Dat hebben de staatssecretarissen Odink (Landbouw) en Van Geel (Milieu) woensdag in een brief aan de Tweede Kamer geschreven. Het kabinet heeft begrip voor de gevoelens die hebben geleid tot het indienen van deze moties. Uitvoering ervan zou de Nederlandse positie in de lopende onderhandelingen met de Europese Commissie over het mestbeleid echter te zeer beschadigen.

Bij de behandeling van zijn begroting, vorige maand, raadde Odink de Kamer af het kabinet met een dergelijke missie op pad te sturen. Hij verwacht al een vingertik voor het huidige beleid dat al afwijkt, laat staan wanneer Nederland om een verdere versoepeling gaat vragen. Volgens Van Geel heeft Brussel het wel gehad met het mestdossier.

Nederland wil een uitzondering op het Europese mestbeleid omdat de omstandigheden dat zouden toelaten. Door het klimaat hier wordt er meer nitraat in het gras opgeslagen dan elders in Europa, waardoor deze schadelijke stof niet in het grondwater terechtkomt.

Volgende week onderhandelen Odink en Van Geel verder met eurocommissaris Wallström over de zogeheten derogatie.