De krant heeft het verhaal gehoord van twee overheidsfunctionarissen met kennis uit de eerste hand van de informatie. De functionarissen hebben zonder toestemming van het Witte Huis met de krant gesproken. Zij wilden niets kwijt over de herkomst van de informatie, maar zeggen dat de betrouwbaarheid wat hen betreft niet ter discussie staat. „Ik gooi ongeveer 99 procent van alle meldingen over mogelijke bedreigingen weg. Maar deze heb ik niet weggegooid”, aldus een van de twee zegslieden van de krant.

De transactie in Irak zou zijn gedaan door een groep extremistische soennieten uit Libanon, die ook voet aan de grond heeft in het noorden van Irak. Het gaat volgens The Washington Post om de organisatie Asbat al-Ansar, die banden onderhoudt met het terroristisch netwerk van Osama bin Laden, al-Qaida. De zegslieden van de krant zeiden niet te weten of de aankoop ten behoeve van al-Qaida was.

Zoals meestal het geval is bij informatie die inlichtingendiensten krijgen, is er geen bewijs voor de transactie met het chemische wapen. Ook is niet bekend tegen wie of welk land de terroristen het zouden willen gebruiken.

Als de informatie juist zou zijn, zou het voor de eerste keer zijn dat al-Qaida of leden van het netwerk over een ander onconventioneel wapen dan cyanide beschikken. Het zou ook voor het eerst zijn dat er duidelijke aanwijzingen zijn dat terroristen van al-Qaida hulp krijgen van Irak.

Dat laatste zou president Bush goed van pas komen. Hij zegt al maanden dat Irak steun verleent aan al-Qaida.