CDA dwarsligger bij debat referendum
Een Kamermeerderheid is voor de invoering van het referendum. Maar daarmee is het er nog niet. Het CDA is faliekant tegen. „Met een referendum maak je meer kapot dan je lief is.”
„Verrassend”, zo bestempelt CDA-Kamerlid Schinkelshoek de actie van minister Ter Horst.Vorige week maakte de PvdA-bewindsvrouw plotseling bekend zich achter een initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks, PvdA en D66 te scharen om een bindend correctief referendum in te voeren. Met zo’n volksraadpleging kunnen burgers nieuwe wetten van de overheid tegenhouden of terugdraaien. De overheid moet zich aan de uitslag houden.
Een paar dagen later moest Ter Horst haar woorden inslikken. Ze had zich te vroeg rijk gerekend. In de coalitie dacht ze verzekerd te zijn van de steun van de ChristenUnie. Maar dat smaldeel in het kabinet bleek, net als de CDA-ministers, bezwaren te hebben tegen het wetsvoorstel van GroenLinks, PvdA en D66. Het kabinet wacht nu eerst het Kamerdebat vanmiddag af voordat het een standpunt inneemt.
Behalve GroenLinks, PvdA en D66 zijn SP en PVV voorstander van een referendum. Ook de ChristenUnie is op zich voor een bindend referendum, zij het dat de partij moeite heeft met het huidige initiatiefwetsvoorstel omdat daarin geen voorwaarden staan, zoals een opkomstdrempel van ten minste 50 procent.
CDA, VVD en SGP zijn faliekant tegen. „Een referendum maakt meer kapot dan je lief is”, zegt CDA-Kamerlid Schinkelshoek.
Hij heeft een principieel bezwaar tegen het wetsvoorstel. „De invoering van een correctief referendum betekent een verzwakking van het parlementaire stelsel. Het parlement zal namelijk niet altijd meer het laatste woord hebben.” Hij wijst op de ontstaansgeschiedenis van het democratisch bestel. „Nederland is de afgelopen eeuwen stapje voor stapje een stabiele democratie geworden. We zouden dat ondermijnen met vormen van directe democratie.”
Daarnaast heeft de CDA’er praktische bezwaren. „In een referendumdemocratie zullen parlementariërs altijd met een schuin oog naar de massa kijken. Dat zal leiden tot verlamming en vertraging van de besluitvorming. We zullen politici met slappe knieën krijgen. Maar politici moeten juist de moed hebben om impopulaire maatregelen te nemen.” Ook vindt Schinkelshoek het „veel te makkelijk” om „heel ingewikkelde kwesties te versmallen tot een simpel ja of nee.”
GroenLinks, PvdA en D66 wijzen op het corrigerende effect van een referendum. D66-Kamerlid Van der Ham citeert een uitspraak van de Amerikaanse president Theodore Roosevelt: „Ik geloof in het volksinitiatief en het referendum, die niet moeten worden gebruikt om het representatieve stelsel te vernietigen, maar om het te corrigeren wanneer het niet meer representatief is.”
Schinkelshoek: „De methode om politieke partijen te corrigeren heet verkiezingen. De stem van de ontevredenen klinkt echt wel door in Den Haag. Denk aan de verkiezingswinsten in het verleden van Boer Koekoek, Wilders en de SP.”
Om een bindend correctief referendum mogelijk te maken is een grondwetswijziging nodig. Maar voor een grondwetswijziging is een tweederdemeerderheid in zowel de Tweede als Eerste Kamer nodig. Het ziet er niet naar uit dat het initiatief die meerderheid gaan halen.
PvdA, GroenLinks en D66 dienden daarom nog een tweede initiatiefwetsvoorstel in, voor een niet-bindend correctief referendum. Dat voorstel, waarvoor geen grondwetswijziging nodig is, zou in principe na een gewone Kamermeerderheid kunnen worden ingevoerd. Maar minister Ter Horst, en met haar het voltallige kabinet, voelt niets voor deze variant.
Het is dan ook zeer de vraag of het tot de invoering van een referendum, in welke vorm dan ook, zal komen. In 1999 nog kwam een wetsvoorstel voor een bindend correctief referendum wel door de Tweede Kamer, maar sneuvelde in de Senaat.