„Niets van getuige voor zoete koek geslikt”
Het openbaar ministerie heeft in het onderzoek naar de reeks liquidaties in de onderwereld „niets voor zoete koek geslikt.”
Dat verklaarde het OM gisteren tijdens de start van het omvangrijke proces, waarbij zeven moorden en een reeks moordpogingen worden behandeld. Er zitten vijf officieren van justitie op de zaak.Justitie verklaarde dat de belastende verklaringen van Peter la S., huurmoordenaar en kroongetuige in de zaak, „zo zorgvuldig en volledig mogelijk” nagetrokken moesten worden.
De aanklagers zeggen zich er van bewust te zijn dat het „bijzonder” is dat het OM in zee ging met een huurmoordenaar. Dat justitie die stap nam, heeft te maken met de reeks liquidaties van de afgelopen twintig jaar. „In vrijwel geen van die zaken kon de politie tot voor kort voldoende materiaal verzamelen om verdachten veroordeeld te krijgen. Dit is onbevredigend voor politie en OM, nabestaanden en slachtoffers. Het is ook maatschappelijk ongewenst.”
Justitie wees erop dat de deal met Peter la S. ook mogelijkheden bood om nog uit te voeren liquidaties, waarover de kroongetuige een boekje open deed, te verijdelen.
Het OM gaf aan dat slachtoffers en getuigen niet staan te trappelen om naar de politie te stappen. „De zeldzame getuigen die werkelijk iets zouden kunnen verklaren, willen dat niet. Of uit loyaliteit met de dader, of uit angst voor represailles, of omdat ze zichzelf daarmee aan strafvervolging blootstellen.”
Aanvankelijk leken de criminele afrekeningen in de (Amsterdamse) onderwereld, ongeveer vanaf eind jaren 80 van de vorige eeuw, „niet zo veel onrust” te veroorzaken, betoogde het OM. „Burgers hadden er geen last van. Het ging om criminelen onder elkaar.”
Gaandeweg echter bleek dat een aanpak van de gangster-oorlog geboden was. „Er ontstond een beeld dat politie en justitie machteloos waren. Het was een wonder dat er nog geen burgerslachtoffers waren gevallen. Liquidaties vonden plaats in bijvoorbeeld winkelcentra en woonwijken. De kogels vlogen rond.”
Criminelen mogen niet ongestraft hun conflicten uitvechten, waarbij ze zich „gaandeweg een status van onaantastbaarheid verwerven”, stelden de officieren van justitie. „Ook in dit soort zaken moet het OM de rechtsorde handhaven. Daarbij hoort het niet uit te maken wie het slachtoffer is. De ernst van de delicten en de koelbloedigheid waarmee die worden uitgevoerd, moeten doorslaggevend zijn. Er zijn voorbeelden van slachtoffers die onder de ogen van hun minderjarige kinderen werden geliquideerd.”
Het liquidatieproces, getooid met de naam Passage, is voor Nederlandse begrippen „uniek.” De zaak beslaat 250 ordners. Er zijn ruim 250 getuigen en 30 verdachten gehoord.
Justitie heeft „vooralsnog geen aanwijzingen” dat Peter la S., kroongetuige in het liquidatieproces, betrokken is bij een liquidatiepoging waarbij een schroevendraaier zou zijn gebruikt. Dat zegt woordvoerster A. Oswald van het Amsterdamse openbaar ministerie desgevraagd.
Weekblad Vrij Nederland meldde recent dat een kennis van La S. heeft verteld dat de kroongetuige zélf opdracht gaf om de crimineel Ariën K. uit de weg te ruimen. Twee drugsverslaafden zou daarvoor een bedrag van 25.000 euro zijn geboden. Ze zouden Ariën K. met een schroevendraaier hebben gestoken. Peter la S. zelf heeft die zaak niet gemeld. De OM-woordvoerster zegt dat onderzoek tot dusver „geen aanknopingspunt” biedt voor een rol van Peter la S. bij deze vermeende moordpoging. Als hij wel de hand zou hebben gehad in de ‘schroevendraaierzaak’, betekent dat niet dat zijn rol als kroongetuige voorbij is, stelt de woordvoerster. De ‘schroevendraaierzaak’ maakt geen deel uit van een van veertien zaken waarin La S. belastende verklaringen heeft afgelegd over anderen en zichzelf. Afspraak bij de deal is dat La S. in die veertien zaken alles opbiecht.