Aantal aangiften delicten daalt
Minder slachtoffers van een misdrijf hebben de afgelopen vier jaar aangifte gedaan. Het aantal aangiften daalde van 29 naar 25 procent.
Dat bleek vanmorgen uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de jaren 2005-2008.Vorig jaar was een kwart van de inwoners van Nederland slachtoffer van een delict. Gemiddeld geeft slechts 28 procent van de slachtoffers het delict aan bij de politie.
De bereidheid tot het doen van aangifte hangt sterk af van het soort delict. Seksuele delicten worden het minst vaak aangegeven. Slechts 7 procent van de slachtoffers meldt zich bij de politie.
Slachtoffers van autodiefstal geven dit daarentegen bijna altijd aan: 91 procent. Ook vermogensdelicten zoals inbraak (72 procent), diefstal uit auto (68) en diefstal met geweld (67) worden relatief vaak aangegeven.
In ruim een op de twee gevallen (53 procent) wordt aangifte gedaan van zakkenrollerij. Bij poging tot inbraak en de groep ”Ooverige delicten” is dit stukken minder, achtereenvolgens 39 en 36 procent.
Slachtoffers geven vermogensdelicten vaker aan dan geweldsdelicten. Bij mishandeling gebeurt dit slechts in een op de drie gevallen (34 procent), bij bedreiging in een op de acht gevallen (13 procent) en bij seksueel misbruik in een op de veertien gevallen.
Fietsdiefstal wordt ook een op de drie keer aangegeven (31 procent), terwijl dat bij overige diefstal, autobeschadiging en doorrijden na een ongeluk slechts een op de vijf keer gebeurt (22 procent).
Uit de enquêtegegevens over aangiftegedrag blijkt verder dat jongeren minder vaak aangifte doen dan ouderen.
Dit geldt echter niet voor misdrijven die aan hun auto zijn gerelateerd. Wanneer de auto of spullen erin gestolen of beschadigd worden, stappen zij even vaak of vaker naar de politie dan oudere gedupeerden. Bij fietsendiefstal daarentegen gaf een op de vijf jongeren onder de 25 dit aan, tegenover de helft van de 65-plussers.