Cultuur & boeken

Kennedy blijft onaantastbare held

Titel:

Hans Krabbendam
11 December 2002 13:53Gewijzigd op 14 November 2020 00:00

”Jack Kennedy. Een leven als geen ander”
Auteur: Geoffrey Perret
Uitgeverij: Balans, Amsterdam, 2002, ISBN 90 5018 472 3
Pagina’s: 454 pag.; € 27,-. Het vereist moed een nieuwe biografie over John F. Kennedy (1917-1963) op de rijk voorziene markt te brengen. De Amerikaanse historicus Geoffrey Perret, auteur van een aantal boeken over Amerika’s militaire geschiedenis, voert twee argumenten aan voor dit waagstuk. Hij heeft nieuwe bronnen aangeboord: een dagboek van de twintigjarige ’Jack’, zoals intimi Kennedy noemden, over zijn Europese reis, correspondentie en interviews met vrienden, en hij miste een eendelig boek dat Kennedy’s hele leven bestreek.

Nu leveren Perrets nieuwe bronnen geen wijziging in de kennis over de levensloop van Kennedy op, wel scherpen ze het beeld van een playboy aan. Voor een boek dat de beschrijvingen van de jeugd en het presidentschap bijeenbrengt is wel iets te zeggen, ware het niet dat dit product de Amerikaanse achtergrond steeds verraadt door innerlijke tegenstrijdigheid.

”Jack Kennedy” toont vooral aan dat de reputatie van Amerika’s 35e president nog stevig staat ondanks de talrijke onthullingen over zijn zwakke kanten. De ondertitel van deze biografie: ”Een leven als geen ander” zet de toon: Kennedy was uniek en moet dat blijven. De schrijver levert tal van gegevens om Kennedy in achting te laten dalen, maar houdt desalniettemin hardnekkig vast aan zijn bewondering.

Het boek dankt zijn vaart aan de snelle aaneenschakeling van conflicten, reizen, affaires, verkiezingen en crises. In huize Kennedy mocht de verveling nooit toeslaan. Geld speelde geen rol en bracht een oplossing voor bijna alle ongewenste gevolgen van de escapades van familieleden. De kloof tussen schone schijn en conflictueuze werkelijkheid levert stof genoeg op voor historici.

De spanning in het betoog wordt echter doorbroken door de geregelde verwijzing naar de vanzelfsprekendheid van Jacks presidentschap en zijn vermeende voorgevoelens van een gewelddadige dood. Bovendien zijn er slordigheden in blijven staan: het wordt pas na afloop duidelijk of vader Joe Kennedy, een selfmade miljonair, dienst nam in de Eerste Wereldoorlog of niet (hij had zich wel aangemeld, maar werd vrijgesteld). Onverklaard blijft waarom de kapitalistische Joe zijn zonen dwong om college te lopen bij de socialistische econoom Harold Laski aan de London School of Economics.

Sportwedstrijden
Het tempo van het boek verhindert het zicht op de innerlijke ontwikkeling van de hoofdpersoon. De jonge Jack onderging de schadelijke invloeden van politieke sjoemelaars in zijn familie, zijn harde, overspelige vader, zijn kille, conventionele moeder, en de strijd met oudere broer Joe om de ouderlijke gunst. Perret breidt Jacks slachtofferrol uit naar de familie als geheel, die als Ierse rooms-katholieke nouveaux riches niet geaccepteerd werden in de beste Bostonse kringen. De Kennedy’s maten zich altijd met anderen, vandaar ook dat sportwedstrijden, georganiseerd of ’spontaan’, allesoverheersend waren. Jack zou in de strijd de zwakkere blijven van zijn grote broer Joe.

Die zat echter wel heel sterk onder de plak van vader, waardoor Jack authentieker kon overkomen. Die vader wilde koste wat kost zijn zoons laten schitteren en droeg daarom een grote verantwoordelijkheid voor hun stressvolle leven. Toen Joe omkwam tijdens een overbodig en veel te riskant vliegtuigbombardement in 1944, viel de taak om als favoriete zoon naar het hoogste ambt te streven toe aan ’Jack’. Ook hij stelde zijn leven in de waagschaal door met een totaal inadequate patrouilleboot op Japanse konvooien te jagen. Beide broers waren geobsedeerd door het verwerven van militaire decoraties.

Eigenlijk wordt het leven van de jonge JFK het best gekarakteriseerd door de titel van de eerdere onthullende biografie van Nigel Hamilton, ”Reckless Youth” (roekeloze jongen). Met evenveel reden had dat boek ”Restless Youth” kunnen heten. De jonge Kennedy was altijd op pad. Alleen als hij ziek was, werd hij tot rust gedwongen - en die situatie deed zich nogal vaak voor.

Perret bouwt het beeld op van een ziekelijke Kennedy, die steeds weer geveld werd door zijn slechte rug (opgelopen tijdens een wilde autovakantie in Europa), darmkrampen en de ziekte van Addison, die zijn immuniteitssysteem ondermijnde. Het is bewonderenswaardig dat Jack zich niet liet temperen in zijn streven om iemand te worden en dat verklaart ook de heftige ontkenning van zijn ziekte of een verwijzing naar zijn oorlogswonden en sportblessures. Vast staat dat hij op zijn veertigste een wandelende medicijnkast was, vol cortison en andere oppeppers.

Gek genoeg bezorgden de bijwerkingen hem een gezond uiterlijk, dat hem, in combinatie met zijn volle haardos en zijn gebruinde huid, tot een toonbeeld van kracht maakte.

Roekeloosheid
Perret weeft drie motieven in zijn verhaal om te bewijzen dat Kennedy uit het goede presidentiële hout was gesneden. Ten eerste zijn persoonlijke moed, ten tweede zijn grote belezenheid en schrijversaspiraties en ten derde zijn brede belangstelling voor de internationale politiek.

Natuurlijk waren deze drie aspecten in zijn leven aanwezig, maar ze zijn niet onbesproken. Zijn moed grensde aan roekeloosheid. Vooral op de weg tartte hij de veiligheidsvoorschriften en bracht hij zijn leven in gevaar. Kennedy las veel, maar om van hem een schrijver met dichterlijke kwaliteiten te maken is te veel eer. Zijn eerste boek, ”Why England Slept”, een bewerkte afstudeerscriptie, kwam uit op het goede tijdstip: in het voorjaar van 1940 verklaren waarom Engeland zijn luchtmacht had verwaarloosd. Hij bleef de rest van zijn leven gefascineerd door vliegtuigen en was altijd bang om dezelfde fout te maken.

Zijn tweede boek, ”Profiles in Courage”, behandelde senatoren die een moedig politiek standpunt hadden ingenomen. Dankzij zijn medewerker Ted Sorensen werd het een samenhangend boek en dankzij zijn vaders invloed, die honderden exemplaren liet opkopen, werd het een bestseller, die beloond werd met een Pulitzer-prijs. Zijn collega-parlementariërs spotten dat Kennedy meer ”courage” en minder ”profile” moest tonen.

Belangstelling had hij wel voor de wereld, maar het ontbrak hem niet aan Amerikaans superioriteitsgevoel. Ook zijn meest blijvende beleidsinitiatief, het Peace Corps, een programma om jonge Amerikanen als vrijwilliger in te zetten in ontwikkelingslanden, ging uit van de overtuiging dat Amerikanen vooral hun superieure techniek moesten brengen. Toen hij als jonge volksvertegenwoordiger in het Huis van Afgevaardigden was gekozen, waren zijn vele buitenlandse reizen tevens een welkom excuus om de inspanningen van de dagelijkse politiek te vermijden.

Handen schudden
”Politiek” was in de Kennedy-Fitzgerald-clan een carrière en had meer met campagnestrategieën van doen dan met politiek idealisme. Net zoals later Bill Clinton, was het handen schudden met duizenden kiezers (vooral het vrouwelijk deel op georganiseerde thee-uurtjes) belangrijker dan genuanceerde politieke ideeën. Ook zijn huwelijk met Jackie Bouvier diende als pr-middel een politiek doel. Beide echtelieden hadden geen plannen om hun huwelijkse relatie exclusief te houden, al maakte Jack het bonter dan zijn vrouw, waardoor hij een tijdbom onder zijn frissejongenspolitiek legde.

Toen JFK in november 1960 tot president was gekozen, met een minieme meerderheid, bleek zijn onervarenheid. Het Witte Huis ging meer lijken op een studentenclub dan op een politiek centrum. Kennedy wilde steeds alle opties openhouden. De mislukte invasie in Cuba en het verlies van Laos werkten deprimerend. Zijn persoonlijke staf overtroefde zijn officiële kabinet, waar hij weinig mee besprak. Zijn beleid was eerder afwachtend en improviserend dan vooruitkijkend en toonzettend. Zijn stevige standpunt in de Cubaanse rakettencrisis, de bouw van de Berlijnse Muur en de kernwapenovereenkomst versterkten zijn positie. Zijn dood op 22 november 1963, waarvan Perret de toedracht hier helemaal in het midden laat, viel te vroeg om zijn beleid te kunnen beoordelen.

Charme
Kennedy was niet de briljante president die hij werd geacht te zijn. Perret toont dat genoegzaam aan en daarom bevreemdt zijn positieve eindoordeel. Kennedy’s uitstekende relatie met de pers verhinderde een voortijdige ontgoocheling. Zijn menselijkheid en charme, gepaard aan zijn veelbelovende optreden, boden tal van identificatiemomenten voor een naar vernieuwing snakkende samenleving. Blijkbaar werken die emotionele ervaringen nog door in de uiteindelijke waardering voor hem als mens en president.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer