„Ethiek en gevoel horen bij elkaar”
Spiritualiteit, ethiek en gevoel horen bij elkaar, stelt dr. A. L. Th. de Bruijne. „Alleen wie ook gevoelsmatig geraakt is door Christus, komt in beweging naar Christus en gaat lijken op Christus. De Geest communiceert Christus’ heerlijkheid naar ons. Als we geraakt zijn, gaan wij op onze beurt die heerlijkheid communiceren in de richting van God en mensen.”
Dr. De Bruijne aanvaardde vrijdag het ambt van hoogleraar ethiek en spiritualiteit aan de Theologische Universiteit Kampen (TUK). Hij doceerde al ethiek en encyclopedie aan de universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Zijn oratie droeg als titel ”Affect en effect. De betekenis van een bijbelse spiritualiteit voor de christelijke ethiek in een (post-)seculiere context.”De combinatie van spiritualiteit, ethiek en gevoel zit diep in de huidige westerse cultuur, zei dr. De Bruijne. Maar ook in de kerken. „Christenen beroepen zich op hun gevoel als ze aangeven wat aanvaardbaar is en wat niet.”
De postseculiere cultuur daagt de christelijke ethiek uit dieper na te denken over haar relatie tot spiritualiteit én gevoel. „In de seculiere tijd blijven maar twee plekken over voor Gods transcendentie: de bovenwereld van de orthodoxie of de binnenwereld van het gevoel. En zo’n ethiek die van binnen naar buiten gaat, loopt als vanzelf uit op spiritualiteit.” Ethiek en spiritualiteit vinden elkaar in het gevoel, aldus de Kamper hoogleraar. „In de twintigste eeuw dringt deze kijk op mens en wereld door in alle lagen van de samenleving. Er komen steeds meer afgegrensde ikken die vooral trouw aan hun gevoel moeten zijn. Dat leidt tot een explosie van levensbeschouwelijke posities. Ieder ik shopt zijn eigen pakket bij elkaar. De uitersten, atheïsme en orthodoxie, verliezen terrein. Maar er ontstaan varianten van atheïsme en varianten van orthodoxie. En daartussen draait een carrousel van spirituele opties met het gevoel als spil.”
Verbinding
Christelijke ethiek, spiritualiteit en gevoel zijn nauw met elkaar verbonden. Zo laat de Amerikaanse achttiende-eeuwse puritein Jonathan Edwards in zijn boek ”Religious Affections” zien dat geloofsblijdschap een bijzonder karakter heeft maar tegelijk een echte menselijke emotie is. „Geloof is voor hem vooral affectief. En deze geloofsaffectiviteit wordt bij hem het geheim van de christelijke ethiek.”
Edwards stelde dat mensen zijn gemaakt om God te kennen en voor Hem te leven. Daarom zijn ze vooral affectief. God kennen doet in de eerste plaats een appel op de affecten.
De Bruijne: „Echte geloofsaffecten ontstaan alleen maar van buitenaf, door een bovennatuurlijk werk van Gods Geest. Geen mens heeft door de zonde meer oog voor Gods heerlijkheid. Ons hart is hard. In een beweging van binnen naar buiten zullen wij Gods schoonheid in de Gekruisigde nooit ontdekken. Ons afgegrensde ik moet van buitenaf worden geopend. Ons harde hart moet zacht gemaakt, ontvankelijk, affectief geraakt. Dat doet de Geest door een bijzonder werk met het evangelie van Christus.”
Luisteren
Christelijke ethiek ontstaat via de affectiviteit van het geloof, aldus dr. De Bruijne. Alleen wie ook gevoelsmatig geraakt is door Christus, komt in beweging naar Christus en gaat lijken op Christus. „Als we geraakt zijn, gaan wij op onze beurt die heerlijkheid communiceren in de richting van God en mensen.”
In de postseculiere cultuur dienen christenen te luisteren én te spreken. „De liberale samenleving vindt religie en spiritualiteit privésfeer. De christelijke ethiek voegt zich daarin soms te veel. De christelijke ethiek moet niet inbinden als het politiek incorrect lijkt om in een publiek debat openlijk te putten uit de eigen geestelijke bronnen. Juist dan wordt zij in een postseculiere cultuur gids naar echte transcendentie.”