Consument

De kracht van geur en geluid

„Neem u in acht, lelijke vlegel, zei de frater toen hij mijn rommelige schoolbankje zag.” Herinneringen borrelen op bij de dementerende oudere die het herinneringsmuseum in Rotterdam bezoekt. Dankzij inktpot, tol, hoepel en levertraan. Vooral geuren en geluiden maken het nodige los.

6 February 2009 10:53Gewijzigd op 14 November 2020 07:15
Bezoekers van de Rotterdamse Herinneringsmusea mogen vrijwel overal aanzitten. Ze kunnen bijvoorbeeld in de huiskamer een potje Mens erger je niet! spelen naast de kolenkachel. Foto’s Sjaak Verboom
Bezoekers van de Rotterdamse Herinneringsmusea mogen vrijwel overal aanzitten. Ze kunnen bijvoorbeeld in de huiskamer een potje Mens erger je niet! spelen naast de kolenkachel. Foto’s Sjaak Verboom

„Die tol was het. Hij vloog regelmatig door een ruit”, grijnst de bezoeker. „Met die hoepel liepen we hard over straat. Zoiets hoef je vandaag niet meer te proberen. Veel te gevaarlijk met al die auto’s.” De man mag ruiken aan een potje levertraan. „Vies smaakte dat. Ik kreeg altijd een schepje suiker na, maar in de oorlog niet.” De levertraan vormt de opstap naar een reeks oorlogsanekdotes.Het Herinneringsmuseum kwam in 2006 gereed en is gevestigd in de kelder van het Rotterdamse Humanitas-Akropoliscomplex (Achillesstraat 290) in de Rotterdamse deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek. Vorige maand opende een tweede Herinneringsmuseum zijn deuren in de Jan Meertensflat (Van Langendonckstraat 51) in de Rotterdamse wijk Lombardijen. Beide gebouwen zijn eigendom van de Stichting Humanitas, een organisatie die zorg en diensten biedt aan voornamelijk ouderen in de regio Rijnmond. Humanitas heeft nog plannen voor het opzetten van een thuiszorg- en een speelgoedmuseum.

De initiatieven zijn in eerste instantie bedoeld voor dementerende ouderen, die individueel of in kleine groepen meestal ’s ochtends op bezoek komen. Alle dagen, behalve maandag, is iedereen tussen 13.30 en 16.00 uur welkom in de musea. Toegang gratis.

Linnenkast
Ervaringen van activiteitenbegeleiders vormden de aanleiding om de herinneringsmusea op te zetten, vertelt conservator Inez van den Dobbelsteen. „Oude voorwerpen stimuleerden het ophalen van herinneringen. En vertellen over vroeger draagt bij aan het welbevinden.”

Bezoekers van de thematisch ingerichte musea, eventueel in scootmobiel, rolstoel of bed (alleen in Akropolis), kunnen er ronddwalen in huiskamer, schuur, winkel, wasruimte, slaapkamer of keuken, stilstaan bij de naai- en fotohoek en voelen aan de glimmende Solex en Puch.

De hoeveelheid voorwerpen uit vervlogen tijden is overweldigend. „We laten dementerenden niet alles zien. Ik ga bijvoorbeeld met hen rond de linnenkast zitten en haal alles eruit. Ze mogen voelen aan het gebreide hemd dat zo prikte. Of we nemen plaats rond de keukentafel, malen koffie met een ouderwetse molen en ruiken aan een potje Buisman. Dan komen herinneringen boven, spontaan of na het stellen van vragen. Oude spullen functioneren als handvaten om aan geheugendraadjes te trekken. En wanneer de buurman zich ook iets van vroeger herinnert, krijg je een kettingeffect. Soms ontstaan hele discussies over het klaarmaken van knolraap of sterappeltjes.”

Wit zand
„Weet u waar dit voor diende?”, vraagt vrijwilliger Janny Hoogerwerf aan de dementerende oudere die ze rondleidt. Ze houdt een lange plank omhoog. „Jazeker, om messen te scherpen. Wit zand erop strooien en slijpen maar.”

De man krijgt een stuk zeep in handen. „Weet je nog? Tijdens de oorlog bleven deze blokken drijven. Ze waren één bonk vet.”

Bezoekers mogen overal aanzitten. Slechts een klein deel van de collectie huist in vitrines. Geuren en geluiden maken nog het meeste los, merkt Hoogerwerf. „Daarom laten we mensen ruiken aan de soda en mottenballen, de knijpkat uitproberen en aan de slijpsteen draaien.”

Het duurt soms even voordat ouderen reageren. „Schudden met de kolenkit, het dichtgooien van de klep van de wasmachine of gewoon een oude hoed opzetten, doen soms wonderen. Stille mensen komen daarna soms woorden tekort.” „Maar ook als iemand alleen maar zijn voet beweegt of glimlacht, zegt dat veel”, vult de conservator aan.

Van den Dobbelsteen kreeg de afgelopen jaren allerlei bijzondere verhalen te horen. „Mensen die hier eenmaal zijn geweest komen vaak met familieleden en vrienden terug om ervaringen te delen. Met de zus die met haar hand in het maggiblik vastzat. Met de vriendin wiens vlecht op school in de inktpot werd gestopt. Met de broer die nog weet hoe gluton smaakt, omdat hij op de kleuterschool aan het lijmkwastje likte.”

www.humanitas.nu gegevens over de herinneringsmusea zijn te vinden onder het kopje ”welzijn”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer