Geen godzalig leven zonder verdrukking
„Allen die godzalig willen leven in Christus Jezus zullen vervolgd worden.” Dat is wat Paulus in zijn brief aan Timotheüs aan de orde stelt.
Ds. E. de Mots, predikant van de hervormde gemeente te Goedereede, sprak donderdagavond in Sliedrecht op een ontmoetingsavond van de Bond van Hervormde Vrouwenverenigingen op Gereformeerde Grondslag. De bond belegt deze weken verschillende bijeenkomsten.„De vraag of het leven met God per definitie verdrukking betekent, lijkt best ver weg”, zei ds. De Mots. „We plaatsen verdrukking en vervolging vaak in het kader van de wereldwijd vervolgde kerk. Maar is het u wel eens lastig gemaakt bij het uitdragen van het geloof?”
Als we daar niets van merken, moeten we de vraag stellen of het dan wel klopt in ons leven, gaf de predikant aan. „Het leven met Christus betekent verdrukking en vervolging.”
Paulus wijst Timotheüs op allerlei zaken die in „de laatste dagen” zullen ontstaan. „Ze hebben allemaal betrekking op de levenswandel van de mens, zeg maar de ethiek”, aldus ds. De Mots. „Andere keuzes maken in de ethiek leidt tot een afwijkende levenswandel. De mens is daarin het uitgangspunt. De tekenen die Paulus opsomt, roepen als het goed is herkenning op. Onze levenshouding, onze levenswandel, dient gebaseerd te zijn op een godzalig leven. Dat is een leven in de vreze des Heeren, een leven in heilige levenswandel.”
Dat is meer dan te behoren tot de gereformeerde gezindte, zei hij. „We kunnen een gedaante van godzaligheid hebben, maar de kracht ervan verloochenen, zoals Paulus schrijft.” Aan een godzalig leven zit één Naam vast. Het is een leven in geloofsverbinding met Christus. „Dat heeft consequenties voor de invulling van het dagelijks leven. Allen die godzalig leven, zúllen vervolgd worden. „In de wereld zult gij verdrukking hebben”, zegt de Schrift.”
Verdrukking is volgens ds. De Mots voelbaar en zichtbaar. „Je voelt soms de haat en de minachting van anderen als je voor je geloof uitkomt. Je ziet soms de minderwaardige blik in de ogen van de ander en je moet denigrerende, beledigende en kwetsende woorden aanhoren, die soms gepaard gaan met grof geweld, hetzij lichamelijk of geestelijk.”
De predikant gaf voorbeelden van verdrukking die ook in de vroegchristelijke kerk al voorkwam. De eerste christenen werden voor intolerant en arrogant uitgemaakt. Ze haalden zich de woede van andersdenkenden op de hals. De belangrijkste aanklacht tegen hen was dat ze het compromis niet aangingen met de wereld.
Ook in onze postchristelijke tijd doen deze voorbeelden opgeld. „Christenen worden bespottelijk gemaakt als het gaat om embryoselectie en hun stem tegen de afschaffing van het artikel over godslastering in de wet. Is het niet een kruistocht tegen alles wat met geloofsovertuiging te maken heeft?”
Een op Christus gerichte levenswandel roept verzet op, betoogde ds. De Mots. „Of kennen we geen vervolging omdat we te weinig radicaal zijn?”
Verdrukking hoeft niet te betekenen dat we het mes op de keel gezet krijgen, aldus de predikant. Verdrukking betekent ook niet dat we ons een slachtofferrol moeten aanmeten. Ds. De Mots: „We zijn niet zielig, maar zalig. Verdrukking is een onmiskenbaar teken dat we Jezus volgen. Dat betekent strijd. Maar het is een gewonnen strijd. „Heb goede moed”, zegt Jezus, „Ik heb de wereld overwonnen.””