Opinie

Uitkomst bij voorbaat afgekeurd

Op voorwaarde dat de PvdA met de oppositie meestemt, is nu al met zekerheid te zeggen dat er een parlementaire enquête over de kwestie Irak komt.

W.B. Kranendonkl
6 February 2009 08:55Gewijzigd op 14 November 2020 07:15

Het was een opmerkelijke toezegging die premier Balkenende woensdag deed tijdens het debat over de kwestie Irak. Als de Kamer na de presentatie van het onderzoeksrapport van de commissie-Davids alsnog een parlementair onderzoek wil, dan heeft hij daar geen moeite mee. Staatsrechtelijk gezien, is dat zuiver. Niet de premier stelt de volksvertegenwoordiging regels, maar omgekeerd. De regering legt verantwoording af aan het parlement. De Kamer bepaalt zelf hoe die verantwoording wil hebben.Neemt niet weg dat de minister-president met het instellen van de onderzoekscommissie onder leiding van de jurist Davids het parlement even te slim af is geweest. Voorlopig moeten coalitie en oppositie hun vragen rondom de Nederlandse betrokkenheid bij de oorlog in Irak even opschorten. Pas als de commissie-Davids de conclusies heeft gepresenteerd, kan het debat verder gaan. Dat heet in ronde woorden gewoon ”tijd kopen”.

Meer is het ook niet. Diep in zijn hart weet de premier dat ook wel. Als het om een parlementair onderzoek gaat, is het uitstel, geen afstel.

Aan de samenstelling van de onderzoekscommissie ligt het niet. Mr. W. J. M. Davids, voormalig president van de Hoge Raad, geldt alom als bekwaam en integer. Gelet op zijn jarenlange ervaring binnen de rechterlijke macht kan met zekerheid worden gesteld dat hij meer ervaring heeft en bedrevener is in waarheidsvinding dan de parlementariërs. Davids mag zelf zijn commissie samenstellen. Daar heeft de regering geen invloed op. Dat is een garantie voor onpartijdigheid jegens de regering.

Evenzo heeft de premier de commissie beloofd dat ze toegang heeft tot alle archieven, ook die van bijvoorbeeld inlichtingendiensten. Het staat haar ook vrij mensen te horen. Anders gezegd: er zijn geen beperkingen voor de commissie.

En toch. Ondanks al de ruimhartige toezeggingen die de minister-president heeft gedaan, ondanks de deskundigheid van Davids en zijn commissie kan Balkenende weten dat er over ruim een halfjaar wordt besloten tot een nieuw, onafhankelijk onderzoek. Tenzij… er een vernietigend rapport geschreven wordt door de onderzoekscommissie.

Er is sprake van een heel merkwaardig mechanisme. De oppositie is namelijk alleen overtuigd van de onafhankelijkheid van de commissie als zij, als kritisch deel van de Kamer, in het gelijk wordt gesteld. Is dat niet het geval, dan worden de uitkomsten van het onderzoek bij voorbaat gediskwalificeerd. Dan staat vast dat de commissie niet alle feiten boven water heeft gehaald.

Het lijkt vaak een uitkomst om als de discussie over het beleid binnen het bedrijf of de instelling vastloopt te besluiten tot een onderzoek of enquête. De uitkomsten daarvan moeten dan duidelijkheid geven over de gewenste koers. Alle partijen zien het nut van een dergelijk onderzoek in. Kortom, een enquête of onderzoek lijkt het ei van Columbus.

Echter, als eenmaal de uitkomsten bekend zijn geworden, begint de discussie pas goed. Het deel dat in zijn mening is bevestigd, is tevreden. Maar degenen die door het onderzoek in het ongelijk zijn gesteld, hebben vaak een koker vol pijlen gedrenkt in het gif van vileine kritiek. Het onderzoek is dan opeens te beperkt. Of: de vraagstelling deugt niet. Of: er is te weinig nuancering want je kunt alleen maar met ja of nee antwoorden. De percentages zijn niet overtuigend. En als niets meer helpt, kun je altijd nog zeggen dat een enquête slechts een indicatie is.

Probleem is dat veel van die kritiek vaak ook nog een kern van waarheid in zich heeft. Natuurlijk is een onderzoek onder een deel van de achterban nooit een garantie dat ieder zich in de uitkomsten herkent. Dat weet elke onderzoeker. Maar dat was toch vooraf ook bekend? Of niet soms? Op iedere vraagstelling is commentaar mogelijk. Maar die kritiek is achteraf gemakkelijk te geven.

Eigenlijk zijn dergelijke discussies weinig vruchtbaar. Onderzoeken hebben zeker hun waarde, maar ze lossen wantrouwen niet op. Daarvoor is meer nodig.

Allereerst dient er over en weer de bereidheid te zijn elkaar serieus te nemen. De discussie over Irak geeft aan dat dit heel moeilijk is. Juist doordat het debat over deze kwestie zo sterk is gepolitiseerd, worden uitspraken over dit onderwerp onmiddellijk in een negatief daglicht geplaatst. Van echt luisteren naar elkaar is geen sprake meer.

Ten tweede is een open houding van belang. Wil men zich door de ander laten overtuigen of niet? Vaak ontbreekt het vooral daaraan. Men heeft een eigen standpunt en daar houdt men koste wat het kost aan vast. Als in een dergelijke situatie besloten wordt tot een achterbanonderzoek of een enquête is dat zinloos, weggegooid geld, en brengen de enquête-uitkomsten alleen maar meer verwijdering.

De auteur is hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer