Zaaien en oogsten op de LandbouwRAI
Nonchalant keert een jonge loonwerker de meer dan uit de kluiten gewassen maaidorser van fabrikant New Holland de rug toe. „Die is mij te klein”, klinkt het gekscherend. Zelfs stoere mannen kunnen zich op de LandbouwRAI 2002 weer even kind voelen als ze achter het stuur van enorme oogstmachines kruipen.
Agrarisch Nederland kan zich in Amsterdam tot en met zaterdag op zo’n 36.500 vierkante meter uitleven. Nieuwe producten, al dan niet technisch van aard, staan hal na hal tentoongesteld. Veel trekkers en ander indrukwekkend rollend materieel. Stalinrichters en leveranciers van melkmachines laten het dit jaar een beetje afweten. Verder zijn er minder in het oog springende ontwikkelingen, onder meer op het gebied van agrotoerisme en zorgboerderijen. Er huurden 326 exposanten een plekje op de beursvloer.
De organisatie denkt niet dat het aantal van ruim 70.000 bezoekers van twee jaar geleden zal worden gehaald. „Het boerenbestand neemt met 3000-4000 per jaar af”, legt voorlichter Ingrid Looijmans uit. „Er zijn nu nog 93.000 agrarische bedrijven in Nederland. Dat is de doelgroep waar we uit kunnen putten.”
De vakhandel -dealers en loonbedrijven- was dinsdag aan de beurt. „Die mensen komen vooral voor het grote materieel”, weet Jack Timmermans, in de stand van New Holland medeverantwoordelijk voor het aanprijzen van een breed scala aan tractoren en landbouwwerktuigen. Het leek er in september en oktober even slecht uit te zien voor de aanbieders van deze producten. „De afzet viel helemaal terug. Normaal gesproken heb je dat altijd wel aan het eind van de oogst, maar dan duurt die periode lang geen twee maanden.”
Inmiddels is het investeringsgedrag volgens Timmermans weer op peil. „We denken op de LandbouwRAI goede zaken te doen. Er zijn heel wat klanten die bewust in Amsterdam hun bestellingen plaatsen.” Dat blijkt ook uit onderzoek dat tijdens de vorige beurseditie werd gedaan. Zo’n 26 procent van de toenmalige bezoekers kwam met concrete aankoopplannen naar de RAI. Bijna een kwart trok daadwerkelijk de portemonnee of vroeg een offerte aan.
Toch is het niet alles goud wat er blinkt. De malaise in grote delen van de agrarische sector heeft ervoor gezorgd dat de handel de bakens heeft moeten verzetten. „Tien jaar geleden konden we grote voorraden inkopen, omdat we die toch wel kwijtraakten”, aldus Timmermans. „Die tijd is voorbij. We moeten echt eerst zaaien voordat we kunnen oogsten.”
Ondertussen is het in de cabine van de immense New Holland-maaidorser -type CX860, graantank 10.500 liter, lossnelheid 6300 liter per minuut- een komen en gaan van nieuwsgierige kijkers. Wat-ie kost? „Ongeveer 250.000 euro.” Wat kan een doorsnee boer -die vanaf woensdag welkom is- daarmee? „Weinig”, geeft Timmermans eerlijk toe. „Maar kijk niet alleen naar dit soort megamachines. Op de beursvloer staat ook genoeg interessants voor de kleine boer. Die verliezen we echt niet uit het oog.” Kopen op de beurs kan ook de individuele agrariër of tuinder leuke cadeaus opleveren. Wie dezer dagen bijvoorbeeld een trekker van een bepaald merk aanschaft, mag naar de fabriek in Amerika. Van dat soort zaken.
Boeren en tuinders die het niet in schaalvergroting zoeken, kunnen ideeën opdoen in het themapaviljoen waar verbrede landbouw in de schijnwerpers staat. Ook natuurbeheer kan een agrariër geld opleveren, zo blijkt hier, evenals kamperen bij de boer.
Biologische landbouw blijft een steeds terugkerend thema. En al gaat de groei van deze tak bepaald niet van een leien dakje, bioboeren hebben zeker toekomst, zo luidt het credo. „In 2004 moet 5 procent van de consumptieve bestedingen bioproducten betreffen”, legt een medewerkster van boerenorganisatie LTO-Nederland uit aan het publiek dat de promotiestand bezoekt.
Dat percentage roept de nodige kritische vragen op, vertelt ze even later. „We zitten nu nog rond de 2 procent, en de mensen die hier komen zijn ondernemers die weten dat de consument die voor het schap staat, vaak niet doet wat hij zegt, namelijk bioproducten kopen. Maar uit onze gegevens blijkt dat er wel degelijk een grote groep Nederlanders is die heel verantwoord met voedsel wil omgaan. Er zijn dus zeker kansen.”
Wie het getob met de tientallen regeltjes en voorschriften beu is, kan op de LandbouwRAI een eerste stap doen om het land te ontvluchten. „Moet je eens kijken”, mompelt een boer van middelbare leeftijd terwijl hij in het emigratiepaviljoen een foto van een Deense boerderij aanwijst. „Daar hoeven ze niet eens een kap op de strontbak te hebben. Denemarken behoort toch ook tot de EU? We lopen altijd voorop in Nederland.” Hij moppert nog wat na en beent dan met grote stappen de stand uit.
Robert Goggin heeft inmiddels twee Belgen en een Nederlander kunnen interesseren voor de provincie New Brunswick, gelegen aan de oostkust van Canada. „Ik hoop dat het wat wordt.” Canada heeft ook zo zijn regeltjes voor boeren, maar de vee- en aardappelboeren -„er zitten al heel wat Nederlanders bij ons”- die de overstap durven maken, hoeven niet bang te zijn dat diezelfde regeltjes het opdoeken van een bedrijf tot gevolg hebben. „Wij zijn veel coöperatiever ingesteld”, zo promoot Goggin zijn vaderland.
Als later op de dag de eerste noviteitenhonger is gestild, komen de plastic bekers en blikjes met bier op tafel. Want een LandbouwRAI is er vooral ook voor de sociale contacten. Een film van trekkerfabrikant Massey Ferguson trekt veel bekijks. De MF 8280 -goed voor 390 paardenkrachten- wist onlangs gedurende 24 uur maar liefst 251.376 hectare landbouwgrond om te ploegen. Van de batterij ploegscharen voor en achter aan de trekker is het publiek toch wel even onder de indruk. „Op deze manier kun je tenminste zien dat je wat doet.”