Oude crimineel lang niet altijd ervaren
Oudere criminelen zijn lang niet altijd vanuit de jeugdcriminaliteit doorgestroomd. Anders dan vaak wordt gedacht, is er een belangrijke groep ’zij–instromers’. Dat concluderen vier wetenschappers in de jongste uitgave van het Tijdschrift voor de Criminologie.
De onderzoekers bekeken 854 personen uit 120 zaken over georganiseerde misdaad op basis van hun criminele carrières.Hieruit bleek dat 19 procent van alle daders vooraf nog geen enkel contact met justitie had gehad. Veertig procent van de onderzochte volwassen criminelen blijkt ‘starter’ te zijn. Dertig procent pleegde op zowel minderjarige als op volwassen leeftijd misdrijven en 11 procent van de onderzochte 854 misdadigers begon al op jeugdige leeftijd met hun criminele loopbaan.
Bij de georganiseerde misdaad gaat het vaak om activiteiten die mensen pas in latere levensfasen ontwikkelen. Ouderen kunnen op het slechte pad raken door kansen die hun beroep hen biedt (bijvoorbeeld fraude), door sociale relaties, door hobby’s en nevenactiviteiten of door financiële tegenvallers of faillissement.
Omdat het merendeel van de verdachten (59 procent) pas later in het leven voor het eerst met justitie in aanraking komt, moeten politie en justitie zich niet alleen richten op het vroegtijdig in de gaten krijgen van jeudige daders, maar ook de handel en wandel van ouderen.