Kamer moet zich neerleggen bij radiostilte Irak
Individuele Kamerleden moeten zich er bij neerleggen dat hun vragen over de Nederlandse steun aan de Amerikaanse inval in Irak de komende negen maanden niet beantwoord worden door de regering. Dat blijkt uit een brief van Kamervoorzitter Verbeet aan de 149 andere Kamerleden.
Verbeet schreef de brief in antwoord op vragen van de VVD en D66. De hele oppositie is zeer verbolgen over het feit dat premier Balkenende reeds gestelde Kamervragen over de steun aan de oorlog in Irak heeft doorgeschoven naar de commissie-Davids die op zijn verzoek onderzoek doet.Verbeet steunt de Kamerleden die vragen willen stellen aan Balkenende en schrijft dat de Kamer een grondwettelijk recht heeft op informatie van de regering. Maar alleen een Kamermeerderheid kan dat recht afdwingen, aldus Verbeet. Die is er niet, want de regeringspartijen CDA, PvdA en ChristenUnie stemmen in met het voorstel van Balkenende om de antwoorden door te sturen naar de commissie-Davids. Mocht er de komende tijd nieuwe informatie komen over Irak, dan zal Verbeet eventuele Kamervragen daarover gewoon doorsturen naar het kabinet, zo schrijft ze haar collega’s.
Verbeet is ontevreden over het feit dat Balkenende zijn ideeën over de commissie-Davids maandag wereldkundig maakte in een persconferentie. Ze vindt dat Balkenende die verklaring in de Kamer had moeten afleggen. Het is weliswaar „geen wettelijke, maar wel een fatsoensregel” dat de Kamer informatie van de regering eerder krijgt dan bijvoorbeeld journalisten.