Rusland nog altijd tegen raketschild
Rusland is nog altijd even fel tegen het Amerikaanse plan om een raketschild te bouwen en wil zich nog niet vastleggen op een plafond voor het aantal kernkoppen op ballistische raketten. Die boodschap heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, maandag in Moskou meegekregen tijdens overleg met president Vladimir Poetin.
Op een gezamenlijke persconferentie met zijn Russische ambtgenoot, Igor Ivanov, zei Powell niettemin dat er schot zit in het overleg over de reductie van het kernwapenarsenaal. Powell had gehoopt dat de Russen aan zouden haken bij het voorstel dat president George Bush vorige maand deed om het aantal kernkoppen in de Verenigde Staten te verminderen tot 1700 à 2200. Nu zijn dat er nog 6000. Poetin heeft eerder een aantal van 1500 genoemd en in november zei hij nog dat het voorstel van Bush hem wel wat leek. Maar zich erop vastpinnen wil de president blijkbaar nog niet. Het kan wel tot de zomer van 2002 duren –Bush is dan in Moskou– voordat de Russen de knoop doorhakken, zei Ivanov.
De partijen zijn het er ook nog niet over eens of de kernwapenovereenkomst een verdrag moet zijn of een lossere vorm mag hebben, zoals Bush wil. Als het toch een verdrag wordt, moet dat worden goedgekeurd door de Amerikaanse Senaat.
Ivanov benadrukte ook dat Rusland vasthoudt aan het ABM-verdrag, dat Moskou en Washington in 1972 sloten en waarmee het opzetten van een uitgebreid schild tegen ballistische raketten wordt verboden. Bush vindt het verdrag niet meer van deze tijd gezien de veranderde wereldorde. Volgens hem hebben de VS een raketschild nodig om zich in de toekomst te kunnen verdedigen tegen landen die langeafstandsraketten ontwikkelen. Als Washington het verdrag opzegt, zoals Bush heeft gesuggereerd, zal Rusland dat in het belang van de eigen veiligheid ook doen, zei Ivanov. De minister zei dat Moskou nog steeds van mening is dat het ABM-verdrag de hoeksteen is van de stabiliteit in de wereld.