Links en rechts in verwarring
Een parlementaire enquête naar de steun voor de inval in Irak. De oppositie neemt met niets minder genoegen. Opmerkelijk. Sinds de oorlog in 2003 heeft ze daar nooit eerder voor gepleit.
Politiek Den Haag is in de war. Premier Balkenende verzette zich sinds de inval in Irak tot afgelopen maandag consistent tegen een onderzoek naar de politieke steun die Nederland aan de oorlog heeft verleend. Begin deze week draaide hij als een blad aan de boom om.De linkse oppositie lijkt door dat verrassende besluit ook de draad kwijt. In 2004 pleitten GroenLinks, PvdA, SP en D66 voor een onafhankelijk onderzoek naar het politieke besluitvormingsproces in 2003. Precies het soort onderzoek dat Balkenende nu voorstelt.
In datzelfde jaar kwam de PvdA met een motie waarin ze een parlementair onderzoek niet uitsloot. Bij zo’n onderzoek door een speciaal samengestelde commissie Kamerleden kunnen mensen niet onder ede worden gehoord. Dat kan weer wel bij een parlementaire enquête.
Na de PvdA-motie volgden nog minimaal vijf verzoeken van GroenLinks, SP en D66 om een parlementair onderzoek. Al hun moties werden door een Kamermeerderheid verworpen.
Sinds Balkenende het onderzoek door de commissie-Davids maandag aankondigde, zijn de linkse partijen hun moties vergeten. Geen onafhankelijk of parlementair onderzoek, nee, een heuse parlementaire enquête moet er komen. Zodat de Kamer mensen onder ede kan horen, en met openbare hoorzittingen.
„Wij willen een parlementaire enquête, eens temeer nu de premier zelf aangeeft dat er een onderzoek moet komen”, lichtte GroenLinksfractievoorzitter Halsema maandag toe. Ze heeft een vinger van Balkenende gekregen, en wil nu de hele hand.
Dat geldt ook voor de SP. Die steunde twee moties waarin werd gevraagd om een onafhankelijk onderzoek. Nu dat er komt, spreekt SP-fractieleider Kant plotseling van „obstructie van de parlementaire democratie” omdat het parlement buitenspel zou worden gezet.
Nog opmerkelijker is de rol van de VVD. De partij was vertegenwoordigd in het demissionaire kabinet dat in 2003 besloot de oorlog politiek te steunen.
Jarenlang verzetten de liberalen zich tegen een onderzoek. Trouw stemden ze tegen iedere motie die daarom vroeg.
Het eerste scheurtje in het liberale bastion kwam eind vorig jaar aan het licht. In reactie op de antwoorden van het kabinet op de eerste vragenreeks van de Senaat over de inval in Irak zei VVD-Senaatsfractievoorzitter Rosenthal: „Als het kabinet de mist niet snel kan wegnemen, zullen wij voor een vorm van parlementair onderzoek kiezen.”
Zijn collega in de Tweede Kamer, Rutte, ging maandag overstag. Hij pleit nu ook voor een parlementaire enquête.
Mocht de oppositie Balkenende vandaag in het debat over het onderzoek inconsistentie verwijten, dan kan premier dus eenvoudig repliceren dat de pot de ketel verwijt dat hij zwart ziet.
Als het aan de oppositie had gelegen, was het Kamerdebat overigens pas morgen geweest. Links wilde zich langer kunnen voorbereiden. De omgekeerde wereld, want normaliter wil de oppositie juist zo snel mogelijk met het kabinet in conclaaf.
De coalitie wilde dinsdag echter van geen wijken weten. Balkenende moet zo snel mogelijk groen licht krijgen voor zijn Irak-
commissie, zodat de aandacht zich kan verleggen naar andere, politiek minder pijnlijke onderwerpen zoals de aanpak van de economische crisis.
Het gedraai van links en rechts in dit dossier toont en passant wel de meerwaarde aan van een onafhankelijk, apolitiek onderzoek naar de inval in Irak. Een parlementair onderzoek of enquête zou ongetwijfeld zijn ontaard in een politiek steekspel tussen oppositie en coalitie.