De directeur heeft maandag „een rondje gebeld” met diverse betrokkenen binnen de museumwereld. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de Inspectie Cultuurbezit en het Instituut Collectie Nederland (ICN) heeft ze uitgenodigd voor een gesprek om over oplossingen te praten.

Volgens Vels Heijn zijn de musea zeer geschrokken van de diefstallen en krabt elke museale instelling zich achter de oren met de vraag wat eraan te doen. Over het installeren van extra zichtbare beveiligingsmaatregelen bij musea was haar maandag nog niets ter ore gekomen.

De museumvereniging wil met name dat het (on)veiligheidsbewustzijn bij musea wordt versterkt. „Een Intomart-onderzoek wees enige tijd geleden uit dat daaraan nog het een en ander schort”, aldus Vels Heijn.

„De wereld is veranderd, onveiliger geworden, en daar hebben musea ook mee te maken”, geeft de verenigingsdirecteur aan. „Met die diamantenroof uit het Museon dachten we nog dat het misschien eerder bij dat soort voorwerpen kan voorkomen. Maar nu het ook weer met schilderijen is gebeurd, heeft iedereen het idee dat het hun ook kan overkomen.”

De gestolen schilderijen van Van Gogh waren niet verzekerd, omdat ze in bezit zijn van het Rijk. Vels Heijn noemt dat „verstandig beleid. De verzekeringspremies zijn gewoon te hoog om voltallige collecties te kunnen verzekeren. En door de huidige ontwikkelingen zullen die premies waarschijnlijk nog verder stijgen. Ik denk niet dat we tijdens het overleg deze week uitvoerig zullen spreken over deze problematiek.”