„Chauffeurs behouden voor sector”
Werkgevers en werknemers in het wegtransport slaan de handen ineen om chauffeurs die als gevolg van de economische terugval hun baan verliezen binnen de branche aan het werk te houden. Gisteren werden in Rotterdam en IJmuiden mobiliteits-centra geopend die werknemers van werk naar werk moeten helpen.
De initiatiefnemers in Rotterdam willen voorkomen dat de vervoerssector, die de afgelopen jaren juist kampte met een tekort aan chauffeurs, opnieuw met een gebrek komt te zitten als de economie weer aantrekt. Andere mobiliteitscentra zijn erop gericht ontslagen werknemers om te scholen, zodat ze in een andere bedrijfstak aan de slag kunnen.De transportsector heeft de afgelopen jaren miljoenen geïnvesteerd om nieuwe chauffeurs aan te trekken en op te leiden. „Het zou toch wel heel triest zijn als al die chauffeurs vertrekken”, aldus directeur Alexander Sakkers van werkgeversorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN).
Het mobiliteitscentrum, waarvan uitzender Randstad de dagelijkse uitvoering voor zijn rekening neemt, brengt werkloze chauffeurs in contact met bedrijven die nog vacatures hebben. Ook helpt het ondernemingen die het tijdelijk minder druk hebben om overtollig personeel uit te lenen.
Volgens Sakkers verschillen de gevolgen van de economische neergang per sector binnen het wegtransport. Bedrijven die bijvoorbeeld supermarkten bevoorraden, draaien nog redelijk. Het vervoer van kapitaalgoederen, met name auto’s, is daarentegen vrijwel volledig ingezakt.
Mobiliteitscentra schieten als paddenstoelen uit de grond. Gisteren opende minister Donner (Sociale Zaken) het tiende in Beverwijk, onder de rook van Corus. Voor 1 maart moeten er 33 van die centra zijn die mensen van werk naar werk moeten begeleiden en helpen bij scholing.
Tijdens de bijeenkomst in Beverwijk maakte Donner bekend boven op de 5 miljoen euro die hij beschikbaar stelde voor de mobiliteitscentra nog eens 13 miljoen euro uit te trekken voor het aanstellen van 230 extra werkcoaches. „Om de toenemende drukte bij de UWV’s het hoofd te bieden.”
Behalve de centra die het ministerie opzet, zijn er ook grote bedrijven met eigen mobiliteitscentra. De centra van het ministerie worden gevestigd in Werkpleinen, waar CWI’s, het UWV en de sociale dienst bij elkaar zitten.