Derde dode door Creutzfeldt–Jakob in Nederland
In Nederland is voor de derde keer iemand overleden aan de ziekte Creutzfeldt–Jakob. Dat heeft het RIVM maandag bekendgemaakt.
De betreffende patiënt overleed begin januari. Na onderzoek in het UMC Utrecht en het Nederlandse CJD–expertisecentrum in Rotterdam is bevestigd dat het gaat om de variant Creutzfeldt–Jakob. Deze zeldzame ziekte kan worden overgedragen door het eten van met BSE besmette vleesproducten. BSE is ook wel bekend onder de naam gekkekoeienziekte.Op dit moment wordt onderzocht hoe groot de kans is dat de patiënt andere mensen heeft besmet. Het RIVM coördineert dit onderzoek en acht de kans klein dat er meer mensen zijn getroffen. „De overdracht van de ziekte kan plaatsvinden via besmet bloed of weefsel. De overledene moet dan al bloed– of weefseldonor zijn geweest”, aldus een woordvoerster.
Creutzfeldt–Jakob is een zeer zeldzame hersenziekte. De persoon die nu is overleden, had de variant die ontstaat door de consumptie van besmette vleesproducten.
Volgens het RIVM is het rundvlees in Nederland nu veilig, doordat sinds 2001 runderen bij de slacht op BSE worden getest. Ook worden sinds 1997 bij de slacht de meest risicovolle organen, de hersenen en het ruggenmerg van de runderen verzameld en vernietigd om overdracht te voorkomen.
In 2005 en 2006 werd bij twee andere patiënten in Nederland de ziekte vastgesteld. In de gehele wereld zijn ten minste tweehonderd personen bekend die aan de ziekte zijn overleden, van wie 167 in Engeland. De overige slachtoffers kwamen uit Frankrijk, Ierland, Italië, Canada, Amerika, Japan, Spanje, Saoedi–Arabië en Portugal.
Het RIVM en het CJD–expertisecentrum verstrekken geen gegevens over de patiënt. Variant Creutzfeldt–Jakob is moeilijk te herkennen. Het kan jaren duren voor de diagnose kan worden gesteld. De patiënt krijgt eerst angststoornissen en hallucinaties. Daarna volgen evenwichts– en bewegingsstoornissen. De patiënt wordt uiteindelijk dement. Het zenuwstelsel wordt aangetast waardoor de zieke veel pijn ervaart. De ziekte is niet te genezen; artsen kunnen slechts de pijn bestrijden. Patiënten sterven meestal binnen anderhalf jaar.