Buitenland

Aids in Zambia: onderwijzers vallen weg

Bijna alle handen gaan omhoog in het zonovergoten klaslokaal van de middelbare meisjesschool in Kaplunga als een simpele vraag wordt gesteld: wie van jullie heeft een docent verloren aan aids? De een heeft een godsdienstleraar verloren, de ander herinnert zich een heel leuke aardrijkskundelerares en weer anderen zuchten bij de gedachte aan de docent maatschappijleer die vlak voor het examen overleed.

Door Dina Kraft (AP)
10 December 2002 08:46Gewijzigd op 14 November 2020 00:00

Aids waart over Afrika en laat een spoor van verwoesting achter in het maatschappelijk leven. De ziekte schaadt de economie, heeft miljoenen kinderen tot wees gemaakt en werpt een schaduw over de toekomst van het continent door onderwijzers het leven te ontnemen.

Ruim 1 miljoen Afrikaanse kinderen hebben vorig jaar een onderwijzer verloren aan aids, zo blijkt uit cijfers van Unaids, het programma dat de Verenigde Naties hebben opgezet om de ziekte te bestrijden. Sommige afgelegen scholen waar maar één onderwijzer werkzaam was, hebben hun deuren moeten sluiten. Op andere scholen zijn de klassen overvol geraakt of doen ongekwalificeerde, in allerijl opgeleide invallers hun best om de leerlingen nog enige vorm van onderwijs te geven.

In Zambia, waar vermoedelijk eenvijfde van de volwassenen besmet is met HIV, het virus dat aids veroorzaakt, maakt de ziekte zo veel slachtoffers onder de leraren dat er volgens de autoriteiten niet eens genoeg invallers voorhanden zijn.

Volgens Kenneth Ofusu-Barko, een medewerker van Unaids in Zambia, zijn de gevolgen van het overlijden van een docent tot ver buiten het leslokaal merkbaar. „Leraren zijn een soort gemeenschapsleiders, dus als zij wegvallen ontstaat er een vacuüm. Gemeenschappen verliezen hun verbindende factor en dat drijft tot hopeloosheid”, verklaart hij.

Remmy Mukonka, een muziekleraar, hielp met het opzetten van de Anti-aids-lerarenvereniging van Zambia in de hoofdstad Lusaka nadat hij veel van zijn collega’s had zien sterven. De 31-jarige Mukonka en zijn medewerkers verstrekken informatie aan onderwijzers over aids-tests, aids-remmers en hulpverlening. Maar bovenal proberen zij het stigma te bestrijden dat heerst rondom aids, want daardoor is het moeilijk om het over de ziekte te hebben, laat staan om haar te bestrijden. Onderwijzers met aids hebben er moeite mee om hun toestand te bespreken, juist omdat ze een publieke functie hebben.

Tijdens een bijeenkomst voor onderwijzers in een lagere school in Lusaka zitten degenen die gewoonlijk voor het bord staan nu achter de houten tafeltjes in de klas om van gedachten te wisselen over de ziekte die hun gelederen uitdunt en het geven van gedegen onderwijs zo veel moeilijker maakt.

Iedere dag meldt zich wel iemand ziek voor wie geen vervanger is, zegt de 29-jarige Monica Chibuye. „We proberen de kinderen in andere klassen te plaatsen, maar die zijn eigenlijk al overvol.” In sommige lokalen zitten wel honderd leerlingen.

De docenten kunnen maar een deel van het lesprogramma doen en hebben tijd tekort om de leerlingen te beoordelen en toe te zien op hun voortgang. Bovendien moeten ze leren omgaan met andere aspecten van de aids-epidemie, zoals het hebben van veel leerlingen die wees zijn geworden.

Seropositieve onderwijzers voelen zich misdeeld door de slechte voorzieningen die er voor hen zijn. Als zij uit gezondheidsoverwegingen het werk neerleggen, krijgen zij pas na een paar jaar toegang tot hun pensioen, een tijdsbestek waarbinnen zij al overleden kunnen zijn.

Op het schoolplein van de meisjesschool van Kaplunga noemen de meisjes de school giechelend bij zijn bijnaam, namelijk ABC, het Aids Broed Centrum. En ze hebben het over de ontwrichting en het verdriet na het overlijden van zes docenten in de afgelopen twee jaar. Personeel van de school vertelt dat vroeger nog lessen werden geannuleerd wanneer een docent werd begraven. Nu gebeurt dat niet meer. Er zijn te veel begrafenissen.

Op een van de ”aids-clubs” van de school haken leerlingen van de naburige jongensschool in voor bijeenkomsten over veilig vrijen en hulp aan de zieken. Ze halen herinneringen op aan vrienden en docenten die zijn gestorven en hebben over het algemeen een veel uitgesprokener mening over de ziekte dan volwassenen. „We verliezen mensen die ons opleiden”, zegt de 18-jarige Andrew Mwape. „Wat gaan we eraan doen?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer