Veel interesse voor veiling pompstations
Tientallen bedrijven uit binnen- en buitenland hebben zich gemeld voor de eerste veiling van benzinestations langs de Nederlandse snelwegen. Dat heeft een woordvoerder van het ministerie van Financiën maandag gezegd.
Financiën wil over de gegadigden verder geen mededelingen doen om te voorkomen dat hierdoor het veilingproces wordt beïnvloed. De veiling, die morgen wordt gehouden in het Promenadehotel in Den Haag, is de eerste in een serie. Bedrijven kunnen bieden op negen locaties in Friesland, Noord-Brabant, Noord-Holland, Utrecht en Limburg. Het hoogste bod geldt.
De overheid wil de komende 21 jaar alle 250 stations langs de snelwegen aan de hoogste bieder slijten. Op die manier moet er meer concurrentie ontstaan, met lagere prijzen voor de consument, en moeten nieuwkomers meer kans krijgen zich te vestigen tussen de grote oliemaatschappijen. Met de vier grootste maatschappijen is in elk geval afgesproken dat zij voor 2005 vijftig benzinestations inleveren.
Vooralsnog kijkt een aantal nieuwkomers dat eerder belangstelling heeft getoond bij deze eerste veiling de kat uit de boom. Albert Heijn wil bij de tankstations zogenoemde gemakswinkels plaatsen. De winkelketen vindt de negen aangeboden locaties echter niet interessant. Er komt eenvoudigweg te weinig verkeer langs, stelt Albert Heijn.
De ANWB ziet eigen benzinestations als mogelijkheid om de benzineprijs te verlagen, maar zal morgen geen bod uitbrengen. De organisatie wil meer duidelijkheid over de prijs van de benzinestations. Bovendien moet volgens de ANWB uit de praktijk blijken of de consument daadwerkelijk voordeel heeft van de veiling.
De locaties voor de benzinestations aan de snelwegen werden voorheen voor onbepaalde tijd aan de vergunninghouder gegeven. Volgens de nieuwe regeling mag de hoogste bieder vijftien jaar lang op de binnengehaalde locatie een pomp exploiteren. Daarna worden de stations opnieuw geveild. De opbrengst daarvan is voor de Staat.
De opbrengst van de eerste veilingen van de 250 stations gaat naar de huidige vergunninghouders ter compensatie. Om te voorkomen dat zij een onrealistisch hoog bod op tafel leggen alleen om hun eigen plek te kunnen behouden, is een ’boeteregeling’ in het leven geroepen. Als zij de hoogste bieder zijn, moeten zij aan de overheid maximaal 15 procent betalen over het verschil tussen hun bod en het op één na hoogste.
Aan invoering van het nieuwe vergunningenstelsel zijn jarenlange onderhandelingen voorafgegaan met de betrokken partijen. Ook in de Tweede Kamer leidde het geregeld tot botsingen. De vorige minister van Financiën, huidig VVD-leider Zalm, noemde het ooit een ”ellendedossier”.