De Iraakse autoriteiten hadden zware veiligheidsmaatregelen genomen voor de verkiezingen. Grensovergangen en luchthavens waren gesloten en in sommige plaatsen was een verbod op gemotoriseerd verkeer ingesteld.Circa 15 miljoen Irakezen konden zaterdag nieuwe provinciale raden kiezen. Alleen in de drie Koerdische provincies en de omstreden provincie Kirkuk waren geen verkiezingen.

Anders dan bij de laatste verkiezingen in 2005 hing Irak dit keer vol met verkiezingsposters. De angst voor sektarisch geweld en aanslagen leek verdwenen.

De Dawapartij van premier Nuri al-Maliki maakt volgens waarnemers een goede kans om flink te winnen. Uitslagen worden vanaf dinsdag verwacht. De opkomst bij de provinciale verkiezingen lag tussen de 55 en de 60 procent. In de provincies Ninevé en Diyala (ten noorden van Bagdad) zou de opkomst op 60 procent liggen, terwijl de hoofdstad niet verder kwam dan 55. Dat is niet overweldigend, maar komt min of meer overeen met de prognoses. Dat hebben verkiezingsfunctionarissen zondag gezegd.

De kiezers konden uit meer dan 400 politieke partijen, lijsten en groepen met in totaal 14.431 kandidaten kiezen. Er waren 440 zetels te vergeven.

In het sjiitische zuiden vechten drie groepen om de macht. De Islamitische Opperste Raad van Irak (ISCI) van Abdul Aziz al-Hakim was daar tot nu toe de machtigste partij. Maar de partij van Al-Maliki maakt volgens waarnemers goede kansen om de ISCI een harde slag toe te brengen. De premier stelde in de campagne keer op keer dat hij „het beest van het sektarisme” heeft verslagen. Hij hoopt garen te spinnen bij het afgenomen geweld.