„Je kunt zeker zijn van je uitverkiezing”
„Joden, rooms-katholieken en remonstranten leren: Je kunt niet zeker zijn van je zaligheid. Je weet nooit zeker of je werken wel vol zijn voor God, of je wel kunt volharden tot het einde toe. Onze vaderen zeggen in de belijdenis: De Heere geeft in je hart de verzekering dat je uitverkoren bent.”
Ds. A. A. Egas, predikant van de christelijke gereformeerde kerk van Middelharnis, hield zaterdagavond in Rotterdam een lezing over het thema ”Kun je weten uitverkoren te zijn?” Hij deed dit op een bijeenkomst belegd door de Stichting Reformatorische Bezinningsavonden (SRB) in de aula van het Wartburg College.
De predikant benadrukte het belang van het onderwerp. „Uit een onderzoekje onder onze catechisanten blijkt dat ruim 10 procent van onze jongeren vastloopt met de leer van de uitverkiezing. Maar hoevelen onder de ouderen worstelen ook niet met de leer van de uitverkiezing?”
Volgens ds. Egas leidt een verkeerd idee van de uitverkiezing tot lijdelijkheid. „Men zegt dan dat er toch niet meer mensen geloven zullen dan er uitverkoren zijn. Wat doet het er dan toe, ook al bid en lees je de hele dag?”
Het is de wens van de predikant uit Middelharnis om „vanuit Gods Woord een Bijbels en vertroostend licht te laten vallen op de leer van de uitverkiezing, opdat er onder jullie uit de banden van satan, de strikken van de lijdelijkheid verlost mogen worden en zij die de Heere vrezen door deze leer vertroost mogen worden.”
Ds. Egas nam als uitgangspunt van zijn lezing Handelingen 13:48: „En er geloofden zovelen als er geordineerd waren tot het eeuwige leven.” „Om deze woorden niet mis te verstaan, moet gekeken worden naar de context. Het gaat hier om een strijd in de gemeente van Antiochië. De joden accepteren niet dat de heidenen, die massaal naar de synagoge kwamen, ook delen in de joodse zegeningen.
Wat een ontzagwekkende werkelijkheid zien wij zich hier voltrekken: Het Evangelie wordt de joden om niet aangeboden en ze verwerpen het, maar het mag aan de andere kant zijn kracht doen in de harten van de heidenen: „Als nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich en prezen het Woord des Heeren.””
„Komen de joden niet tot het geloof omdat ze niet uitverkoren waren?” zo vroeg ds. Egas. „Nee, dat staat er niet, maar Paulus zegt tot de joden: „Gij oordeelt u zelf het eeuwige leven niet waardig.” Daar ligt de oorzaak.”
Volgens de predikant beginnen de Bijbel en de Dordtse Leerregels niet met de leer van de uitverkiezing. „Ze beginnen beide met de prediking van het Evangelie. En als nu mensen tot het geloof mogen komen, is dat dan vrucht van hun eigen werk? Nee, ze geloofden omdat ze daartoe van eeuwigheid verkoren waren.
Hoe komt het nu dat deze heidenen tot het geloof komen? Was het omdat ze belangstelling hebben, omdat ze gehoorzaam zijn, omdat ze zo gelovig zijn? Nee, maar omdat de Heere op deze wijze Zijn raad volvoert. En waarom schrijft nu Lukas dit? Niet om ons af te schrikken, maar om ons te verwonderen. Het laat ons zien dat het Woord vrucht draagt. Er komen mensen tot het geloof, omdat God daar Zelf voor zorgt. Omdat er anders niemand tot het geloof zou komen.”
Daar mag Paulus van getuigen in zijn brief aan de Efeziërs: „Uit genade zijt gij zalig geworden, door het geloof en dat niet uit u, het is Gods gave.” Ds. Egas: „De eeuwige verkiezing laat ons juist de barmhartigheid van God zien. Het is een heerlijk bewijs van de ondoorgrondelijke genade Gods in Christus. Zo mag de verkiezing een bron van troost worden voor verloren zielen.”
Uit de belijdenisgeschriften blijkt dan christenen zeker kunnen weten dat ze uitverkoren zijn, aldus ds. Egas. „Je krijgt geen zekerheid als je met je verstand de verborgenheden en diepten Gods wilt onderzoeken. Niet nieuwsgierig in de hemel willen opklimmen en willen lezen in het boek des levens. Of gaan redeneren en de verkiezing willen doorgronden en begrijpen.”
Er wordt een andere weg gewezen. „Wanneer je door God bent uitverkoren, dan komt er door waarachtige wedergeboorte een nieuw leven openbaar. Je was dood en je gaat nu leven. Wanneer nu de Heilige Geest licht laat schijnen over je leven en je met Paulus zeggen mag: „Niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij.””
„Dan mag je het weten voor eeuwig voor Zijn rekening te leven”, aldus ds. Egas. „Wat ligt het dan voor eeuwig vast. Zie je nu hoe troostrijk de leer van de verkiezing is?”