Charmeoffensief van laagvliegers
Twee Apaches cirkelen dreigend door de lucht. Stofwolken waaien hoog op als een Chinook een Mercedesterreinwagen aan de grond zet en even later een dozijn militairen uitspuugt. De paradepaardjes van vliegbasis Gilze-Rijen maken indruk. „Nú snap ik waarom ze zo laag vliegen.”
De ‘airpower’ demonstratie is onderdeel van de infodag die Defensie gisteren organiseerde om inwoners van de Tieler- en Bommelerwaard te informeren over laagvliegoefeningen. Zo’n 900 inwoners uit plaatsen als Geldermalsen en Lingewaal zijn te gast op vliegbasis Gilze-Rijen, de thuishaven van het Defensie Helikopter Commando.De grote stroomstoring die in december 2007 de Bommelerwaard trof nadat een Apache een hoogspanningskabel kapot vloog, ligt veel van hen nog vers in het geheugen. Twee dagen lang zat een groot deel van de inwoners zonder stroom. Het incident deed het imago van Defensie geen goed.
Maar ook het laagvliegen boven het Maas- en Waalgebied roept vragen op. Waarom vliegen de helikopters zo laag? Waarom hangen ze soms minutenlang stil in de lucht, met alle overlast van dien?
Defensie heeft er alle belang bij om de relatie met de inwoners van het gebied goed te houden, benadrukt basiscommandant Ten Haaf. „Daarom willen we vandaag zo veel mogelijk informatie geven. En vooral ook laten zien waarom en hoe we oefenen.”
Daarvoor zijn kosten nog moeite gespaard. Met demonstraties, voorlichtingsrondes en rondleidingen lijkt de infodag een open dag in het klein. Zelfs staatssecretaris De Vries van Defensie is opgetrommeld om het charmeoffensief kracht bij te zetten. Hij onderstreept nog eens het belang van vredesmissies, en de cruciale rol van de helikopters daarbij.
De airpower demo vormt het hoogtepunt van de middag. Ademloos kijken de gasten toe terwijl de paradepaardjes van de helikoptergroep hun indrukwekkende manoeuvres uitvoeren.
„Door laag en hard te vliegen verlagen we de reactiesnelheid van vijanden op de grond”, legt voorlichter Dick Hoeflaak uit, terwijl twee Apaches voorbij razen. „Een taliban met een raketwerper op z’n schouder heeft zo veel minder tijd om te vuren.”
Een echtpaar uit Hedel –liever niet met naam in de krant– hoort het allemaal wat sceptisch aan. „Ze hangen regelmatig boven de weilanden naast ons huis”, vertelt mevrouw. „Dat geeft een hoop herrie. Ik begrijp nu beter waarom het nodig is, maar toch vraag ik me af: waarom juist bij ons?”
Nederland telt acht laagvlieggebieden, zegt Hoeflaak. „Om de overlast te beperken, oefenen we gespreid over die gebieden. Maas en Waal ligt voor ons wel het dichtste bij. Moeten we verderop, dan is dat eigenlijk verloren tijd.”
Ondanks dat ze zelf ook twee dagen zonder stroom zat, koestert moeder Van Steenbergen uit Brakel –met drie kinderen present– geen wrok. „Fouten maken is menselijk. Zoiets kan gebeuren.”
Werkendammer B. Verheij (72) geniet van het machtsvertoon, maar heeft z’n bedenkingen. „Ik snap best dat ze moeten oefenen, maar waarom met zo veel herrie?” En dan het ongeluk met de Apache. „Je maakt mij niet wijs dat ze die draden niet gezien hebben. In het donker zien ze toch ook alles?”