Werkdruk leraren
De hoge werkdruk van leraren blijft de gemoederen bezighouden. Gisteren lanceerde staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs een nieuw idee: zet studenten in om docenten te helpen. Er is al een naam voor de functie bedacht: de persoonlijk assistent voor leraren, afgekort PAL. Dat klinkt goed, maar er zitten te veel haken en ogen aan het idee om het kritiekloos in te voeren.
Het is een feit dat leraren er primair zijn om les te geven. Dat is hun corebusiness. Aan goed lesgeven gaat een grondige voorbereiding vooraf. Ook daar moet voldoende tijd voor zijn. Evenals voor correctie van repetities en ander leerlingenwerk. Als deze taken in het gedrang komen, raakt dat in directe zin de kwaliteit van het onderwijs.Het is ook een feit dat leraren zich soms bezig moeten houden met taken die met gemak door anderen gedaan kunnen worden, bijvoorbeeld het kopiëren van lesmateriaal. Het idee van de staatssecretaris gaat echter een stap verder: zij wil studenten inzetten om leerlingen bijles te geven, te helpen bij het schrijven van een werkstuk of te assisteren bij een practicum. Dat zijn geen taken die iedereen zomaar op zich kan nemen.
Een leerling die problemen heeft met grammatica, is niet geholpen met een student die zelf het Nederlands niet goed beheerst. En voor het assisteren bij de lessen natuur- en scheikunde kennen we de technisch onderwijsassistent, voorheen de amanuensis, die een ter zake doende opleiding heeft gevolgd. Afgezien daarvan: bij practica wordt vaak met gevaarlijke stoffen gewerkt. Mag je studenten daarvoor de verantwoordelijkheid geven?
De persoonlijk assistent voor leraren is bedacht door de Nationale DenkTank, een groep jongeren die zich buigt over de oplossing van allerhande problemen in de samenleving. Uit een eigen onderzoek van de denktank blijkt dat ruim de helft van de studenten wel een bijbaan in het onderwijs zou willen hebben. In die zin is de PAL een perfecte vondst: het idee sluit naadloos aan bij de behoefte van de doelgroep.
Ook het bijoogmerk van de staatssecretaris is legitiem. Zij hoopt dat de inzet van studenten meer jongeren zal interesseren voor een baan in het onderwijs. Dat is hard nodig. Er is al jaren een lerarentekort en dat zal op korte termijn alleen maar erger worden door de massale uitstroom van docenten die hun pensioen bereiken.
Toch is er geen reden om de PAL met vlag en wimpel binnen te halen. Veelzeggend zijn de reacties van studenten op het plan. Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) heeft het over „een leuke bijbaan”, die in één adem wordt genoemd met gangbare studentenbaantjes als het werken in een callcenter of achter de kassa. Die vergelijking geeft geen goed gevoel en is een onbedoelde onderschatting van de functie van PAL.
Dit plan vraagt een kritische doordenking. Welke onderwijskundige eisen worden aan de PAL gesteld? Welke bevoegdheden en verantwoordelijkheden krijgt hij? Moet de PAL niet standaard een stoomcursus didactiek volgen? Welk salaris hoort er bij deze functie? Kortom, eerst maar eens aan het werk met deze vragen voordat we de PAL loslaten in de klas.