Innovatiebeleid scherper en beter omlijnen
Het innovatiebeleid in Nederland moet zich beperken tot een aantal veelbelovende, technologische speerpunten. De overheid maakt werk van die selectie. Ook de universiteiten moeten kiezen, onderlinge fusies niet schuwen en meer met bedrijven samenwerken.
Dat zei staatssecretaris Wijn van Economische Zaken maandagochtend in de Ridderzaal bij de jaarlijkse innovatielezing. De overheid dient volgens Wijn „een punt te zetten achter het subsidiëren op basis van verdelende rechtvaardigheid.” Nederland kan volgens hem alleen wedijveren met andere landen als er keuzes worden gemaakt.
Het beleid moet zich richten op sterke punten. De technische universiteiten hebben wat dat betreft al keuzes gemaakt bij telecom en micro-elektronica. „Een goed voorbeeld, dat navolging moet krijgen bij de bètafaculteiten van de algemene universiteiten”, aldus Wijn.
Bij de bekostiging van die faculteiten moeten vervolgens de prestaties en de kwaliteit zwaarder meewegen: „Het geld moet verdeeld worden op competitieve basis. Alleen zo kan de samenwerking tussen universiteiten en bedrijven goed van de grond komen”, aldus Wijn.
Hij kondigde aan dat de regering voor volgend jaar 20 miljoen euro uittrekt voor onderzoek bij nanotechnologie, ofwel onderzoek naar structuren ter grootte van eenmiljoenste millimeter.
Wijn benadrukt dat de departementen van Economische Zaken en Onderwijs en Wetenschappen hun stammenstrijd staken. Hij stelt dat zijn partijgenoot mevrouw M. van der Hoeven, minister van Onderwijs, de beleidsvoornemens „volledig” onderschrijft. Beide departementen zullen die concreet invullen in een Innovatienota, die aan het begin van de volgende kabinetsperiode het daglicht zal zien.
De nota maakt deel uit van een „brede groeiagenda”, gericht op duurzame versterking van de economie. Kennisinstellingen, bedrijven en overheid zullen hiertoe de handen ineen moeten slaan en veel intensiever moeten gaan samenwerken. Wijn: „Innovatie moet in het DNA van onze economie komen te zitten. Ik open hierbij de discussie. We staan daarbij open voor alle ideeën uit het bedrijfsleven en de kennisinstituten. Maar vooropstaat dat we hoe dan ook moeten kiezen.”
De staatssecretaris vindt dat ons land veel meer aan innovatie moet doen om de arbeidsproductiviteit op peil te kunnen houden. „In twee jaar tijd heeft ons land een duikvlucht gemaakt op de ranglijst van concurrerende economieën. Van de derde plaats naar de vijftiende plaats”, aldus Wijn.
De belangrijkste gast in de Ridderzaal was maandagochtend de Amerikaanse econoom prof. dr. L. Thurow, die vooral studie heeft verricht naar kenmerkende verschillen tussen de economieën in West-Europa, de VS en Japan.
Onlangs waarschuwde Ad Huijser, ”chief technology officer” van Philips, in Het Financieele Dagblad dat het elektronicaconcern bij ongewijzigd innovatieklimaat binnen vijftien jaar uit Nederland is vertrokken.