Dat heeft een woordvoerder van de staatssecretaris gisteren meegedeeld. De persoonlijk assistent voor leraren (PAL) kan leerlingen bijvoorbeeld helpen met grammatica, practica, bijlessen en het schrijven van werkstukken.Het Platform Bètatechniek draagt 1 miljoen euro bij voor de assistentie bij de technische vakken.

Door de hulp die leraren in het voortgezet onderwijs op deze wijze krijgen, moeten ze zelf meer tijd overhouden voor het lesgeven. Door de inzet van studenten uit het hogerberoeps- of het universitair onderwijs hoopt Van Bijsterveldt ook meer jongeren te interesseren voor het docentenvak.

Uit een onderzoek van stichting de Nationale DenkTank, die de functie van PAL heeft bedacht, bleek in 2007 dat ruim de helft van de Nederlandse studenten wel een bijbaan in het onderwijs zou willen hebben.

Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor het werven van geschikte studenten en kunnen subsidie van het ministerie krijgen. Voor de PAL moeten de scholen minimaal twee jaar lang 0,3 arbeidsplaats vrijmaken.

Het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SbO) onderscheidt drie soorten PAL-studenten: voor rekenen, voor taal en voor bètatechniekvakken.

De PAL die inzetbaar is voor rekenen moet minimaal een rekenvaardigheidtoets gehaald hebben. Deze student kan bijvoorbeeld ingezet worden voor huiswerkbegeleiding en bijlessen bij wiskunde, economie, handel en verkoop, management en organisatie.

De PAL die zich meer op taalgebied inzet, heeft minimaal een taalvaardigheidstoets gehaald. Hij of zij kan onder meer hulp bieden bij begrijpend lezen en met grammatica, bij het schrijven van werkstukken voor bijvoorbeeld geschiedenis en maatschappijleer, bij een stageverslag en bij het maken van een profielwerkstuk.

De PAL-student voor de bètatechniek volgt een opleiding in die richting. Hij kan docenten ondersteunen bij vakken zoals scheikunde, natuurkunde, biologie en voertuigtechniek.