Dat stelde voorzitter Weisglas van de Tweede Kamer zaterdagavond in reactie op uitlatingen van de LPF-minister over het werk in de Kamer. Nawijn, nummer 35 op de LPF-kandidatenlijst, noemde het werk in de Kamer zaterdag „één groot ritueel” voor de camera’s van het NOS-journaal en gaf aan weinig animo te hebben om volksvertegenwoordiger te worden.

„Als een willekeurig iemand dat zou zeggen, zou ik het jammer vinden en met veel geduld uitleggen wat het werk van de Tweede Kamer behelst”, zei Weisglas. „Nawijn is echter minister en als een minister dit zegt, geeft hij aan dat hij heel weinig heeft begrepen van de staatsrechtelijke verhoudingen en van de Tweede Kamer, die hem namens de hele Nederlandse bevolking controleert.”

Weisglas betreurt het dat Nawijn met zo veel dédain over de Tweede Kamer en dus over de hele bevolking spreekt, zei hij. Overigens heeft de kamervoorzitter zelf ook wel eens kritiek op de werkwijze van de Tweede Kamer. „Er worden veel moties en erg veel schriftelijke vragen gesteld, maar ik ben dagelijks bezig om de werkwijze te verbeteren.”