„Wij bieden onze verontschuldigingen aan aan Allah voor iedere actie die de Almachtige zou mogen vertoornen, en we bieden u op deze basis onze excuses aan”, aldus Saddam Hussein. Zijn toespraak werd door zijn minister van Informatie, Mohammad al-Sahhaf, voor de televisie voorgelezen. „Dat we dit zeggen, is geen teken van zwakte of tactiek”, aldus de minister.

Bagdad riep de bevolking van Koeweit ook op Irak te steunen tegen elk eventueel bezettingsleger en zich aan Iraakse zijde te scharen „in de jihad tegen de legers van ongelovigen.”

In de verklaring suggereerde Saddam overigens dat de invasie was uitgelokt door Washington en de Koeweitse regering. De gezamenlijke legeroefeningen van de VS en Koeweit van destijds alsmede Koeweits beslissing om tegen het dringende advies van de OPEC in de prijs van ruwe olie te verlagen, brachten Irak zo in het nauw dat het uit zelfverdediging wel moest handelen, zo stelde Saddam.

Saddams verklaring aan het Koeweitse volk werd op de Iraakse televisie voorgelezen op het moment dat Irak formeel de vereiste documenten over zijn wapenprogramma overdroeg aan de Verenigde Naties.

De verontschuldigingen werden in Koeweit onmiddellijk verworpen. De Koeweitse minister van Informatie sjeik Ahmed Fahd al-Ahmed Al Sabah zei dat de verklaring van Saddam niet eens een reactie waard was. De minister zei dat Saddam in zijn verklaring probeert de Koeweiters op te roepen tot geweldplegingen tegen de Amerikanen in hun land en de Koeweitse regering bedreigt, omdat zij samenwerkt met Washington.