CU’er Slob: Bondgenoot verloren
Mijnheer Slob, wat vindt u van het CDA-voorstel om inspectie tijdens godsdienstlessen mogelijk te maken?
„Ik had tot vorige week woensdag altijd het gevoel dat bij discussies over de vrijheid van onderwijs, in relatie tot de vrijheid van godsdienst, het CDA, de SGP en de ChristenUnie zij aan zij stonden. Ik kon echt mijn ogen niet geloven toen ik las dat het CDA inspectie tijdens godsdienstlessen wil. Het vindt natuurlijk plaats onder scherpe randvoorwaarden, maar de christen-democraten zijn met hun standpunt wel een principiële grens overgegaan. Dat betreur ik. Het past ook niet bij de eigen traditie van het CDA rond de vrijheid van onderwijs.
Ik zou graag eens een overzichtje willen ontvangen van concrete punten waaraan de partij denkt bij het overdragen van de kernwaarden van de Nederlandse rechtsstaat. Ze komt dan op heel glad ijs. De meningen over wat de kernwaarden zijn, lopen namelijk zeer ver uiteen. We moeten oppassen voor staatspedagogiek. Het is voor mij echt onbegrijpelijk dat een partij als het CDA zich daarmee inlaat. Ze hebben het tot nu toe altijd te vuur en te zwaard bestreden.”
Het CDA zegt dat er veel maatschappelijke discussie is over dit onderwerp en dat de partij voor een eigen invalshoek kiest. Kunt u zich daar niets bij voorstellen?
„De ChristenUnie staat ook met beide benen in de samenleving en heeft goed door welke discussies er worden gevoerd, maar wij willen dat graag doen vanuit de wettelijk verankerde vrijheid van onderwijs en van godsdienst. Er zijn volop mogelijkheden om te bereiken wat we willen bereiken, namelijk door openheid en transparantie. Het toetsen van godsdienstlessen behoort niet tot de verantwoordelijkheid van de inspectie. Dat is de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen.”
Hoe moet die openheid er dan wel komen?
„Vorig jaar heeft de Tweede Kamer gedebatteerd over de rol van de inspectie in het kader van de Wet op het onderwijstoezicht. Toen voerden we nog een discussie over de vraag of de inspectie het pedagogisch klimaat mocht beoordelen, nu gaat over het beoordelen van godsdienstlessen. Wie dit vorig jaar had voorspeld, zou meewarig zijn aangekeken.
Tijdens dat debat vorig jaar is een voorstel van mij aangenomen dat scholen zelf verantwoordelijk stelt voor het kwaliteitsbeleid. Dat kunnen ze realiseren door zelfevaluatie en door visitatiecommissies van andere scholen toe te laten. Dat is een fundamenteel ander principe dan de onderwijsinspectie -die door het Rijk wordt aangestuurd- de lessen te laten beoordelen. Deze constructie biedt een prachtige uitweg voor de discussie die we nu voeren.
Het CDA wil een eigen weg kiezen in een discussie die we op dit moment in alle hevigheid voeren, maar de VVD en de linkse partijen zullen proberen het CDA in hun kamp te trekken. Tijdens het debat dat deze week in de Kamer plaatsheeft, zal het CDA het erg moeilijk krijgen. CDA-fractievoorzitter Verhagen noemde een voorliggende motie van GroenLinks en SP over inspectiecontrole tijdens godsdienstlessen „schunnig.” Dat is niet terecht, want inhoudelijk wil het CDA hetzelfde. De partij lijkt overgestapt te zijn naar het andere kamp. Ik denk dat we een bondgenoot hebben verloren.”
Slechts over een enkele islamitische school bestaat twijfel of ze wel voldoende werkt aan integratie. Schiet de overheid, door straks op alle scholen toetsing van godsdienstlessen te verplichten, niet met een kanon op een mug?
„Daar ben ik ook bang voor. De aanleiding voor het inspectierapport over het islamitisch onderwijs -waar alle commotie over is ontstaan- was dat de scholen voor moslims zouden aanzetten tot haat en de integratie van de kinderen in de Nederlandse samenleving zouden tegengaan. Van dat verwijt is nauwelijks iets overgebleven, maar het instrument waarmee de overheid zou moeten gaan controleren, is gaandeweg het debat onevenredig zwaar geworden. Als de politie een woning weet waar wapens liggen, gaan ze toch ook geen huiszoeking doen in een hele stad?”