De ministers van Buitenlandse Zaken van de EU slaagden er gisteren niet in een oplossing te vinden voor de gerezen problemen. De Griekse bewindsman Papandreou weigerde zijn opstelling te herzien.

Aanstaande vrijdag en zaterdag komen de regeringsleiders van de Unie bijeen in Laken (Brussel). Zij willen tijdens hun halfjaarlijkse top verklaren dat het beoogde interventiekorps vanaf 2002 gereed is om uitvoerende taken te volbrengen. De houding van de regering in Athene dreigt echter roet in het eten te gooien.

Minister Van Aartsen zegt goede hoop te hebben dat er voor het einde van de week alsnog een akkoord uit de bus rolt. Zijn Franse collega Védrine toonde zich eveneens optimistisch, al betwijfelde hij of er al binnen enkele dagen overeenstemming zal zijn.

Eerder verzette Turkije als NAVO-lid zich tegen het gebruik van middelen van de alliantie bij missies van de EU-militairen. Vorige week lukte het om Ankara tot andere gedachten te brengen. Het kreeg de toezegging dat het betrokken zal worden bij de besluitvorming rond een eventuele operatie van de te vormen defensie-eenheid en dat die niet zal optreden bij interne conflicten tussen NAVO-bondgenoten. Vervolgens ging Griekenland echter dwarsliggen. Dat vindt dat de beloften aan zijn aartsvijand indruisen tegen zijn eigen belangen.

De stellingname van de twee buurlanden past binnen het wantrouwen dat van oudsher over en weer bestaat. Griekenland en Turkije hebben onder meer met elkaar ruzie over Cyprus, dat kandidaat is om in 2004 toe te treden tot de Unie. Ook zijn er voortdurend spanningen over het eigendom van enkele eilandjes in de Egeïsche Zee.

Vredeshandhaving
De Europese interventiemacht moet 60.000 soldaten en 5000 politieagenten op de been kunnen brengen. Nederland heeft ruim 3000 manschappen als bijdrage toegezegd. Het leger krijgt taken op het gebied van de vredeshandhaving en zal aanvullend op de NAVO opereren.