Vrijwillig naar oorlogsgebied Uruzgan
Militairen blazen er uit, ontspannen zich en wanen zich even thuis. Een Echos Home biedt een onmisbare oase in de woestijn waarin de soldaten in uitzendgebieden hun werk doen. Zoals in het Afghaanse Uruzgan. Petra Weijers (20) werkte er zeven maanden: „Heimwee is er een van de grootste problemen onder de militairen.”
Zelf kampte Weijers ook met heimwee toen ze in februari vorig jaar na zeven maanden vervroegd terugkeerde naar Nederland. Enkele Bosnische collega’s van haar dienden hun jaarcontract in het Echos Home op Kamp Holland wel uit. „Zij zijn de tamelijk primitieve omstandigheden wel gewend, terwijl wij natuurlijk met een bepaalde luxe zijn opgegroeid.”Niettemin was het werk in Uruzgan voor Weijers een geweldige ervaring. „Na mijn periode op de middelbare school deed ik het oriëntatiejaar Koninklijke Landmacht, omdat ik graag het leger in wilde. Uiteindelijk viel ik tot mijn teleurstelling af voor de definitieve opleiding.
Op de landmachtdagen kwam ik de organisatie Home-Base Support tegen. De combinatie van reizen, spanning en het horecawerk sprak me aan. Ik heb direct gesolliciteerd en ben aangenomen.”
Dat ze naar een gevaarlijk gebied ging, stond bij Weijers al vast voor haar vertrek naar Echos Home The Windmill in Uruzgan. Haar broer –militair– keerde enkele maanden daarvoor door een zelfmoordaanslag met een autobom gewond terug uit het gebied.
In The Windmill op Kamp Holland in Tarin Kowt serveerde Weijers dag in dag uit drankjes en een snelle hap of een uitgebreide maaltijd voor de militairen. „Ik kwam met veel jongens en meisjes in aanraking die een hapje kwamen eten, een filmpje kwamen kijken, even rustig wilden bellen of een spelletje wilden doen.”
Als bekend gezicht van het ontpanningsonderkomen durfden sommige militairen hun belevenissen met Weijers te delen. „Sommigen vertrouwden me dingen toe die hen dwarszaten en die ze liever niet met anderen deelden. Heimwee is een van de grootste problemen onder de militairen die in Uruzgan zijn.”
Anderen vertelden de jonge Rotterdamse hun ervaringen tijdens patrouilles. „Zo was er iemand die tijdens een voetpatrouille in een dorpje had gezien dat ouders hun kinderen te drinken gaven van het vieze rioolwater. De man had zelf kinderen en kon er eigenlijk met zijn verstand niet bij dat zoiets op de wereld mogelijk was. Hij was erg ontdaan door het voorval.”
Tijdens Weijers’ periode op Kamp Holland sneuvelden bij gevechten enkele Nederlandse militairen. „Vreselijk om mee te maken”, zegt Weijers. „Sommige jongens die niet levend terugkwamen, kende ik van gezicht. Het opent je ogen ervoor dat je in een vreselijk gevaarlijk oorlogsgebied zit. Bij zo’n drama heerst er een bedrukte sfeer op het kamp. Iedereen is in rouwstemming. De vlaggen hangen halfstok en de muziek in het Echos Home zwijgt.”
Opnieuw naar Afghanistan gaan, is er voor Weijers niet meer bij. In Uruzgan liep ze tegen haar grote liefde aan, een sergeant van de genie in Wezep. „Hij is intussen uit dienst en we blijven nu liever bij elkaar.”
Exploitatie Echos Homes in missiegebieden
De Stichting Protestants Interkerkelijk Thuisfront en de Stichting Pro Rege zijn begin deze maand samengegaan in de nieuwe organisatie Home-Base Support. Zij exploiteert wereldwijd de zogeheten Echos Homes.
Home-Base Support is een onafhankelijke non-profitorganisatie die ontstaan is uit betrokken burgers en kerken. De organisatie is voor een deel afhankelijk van giften van kerken en burgers.
De Echos Homes zijn mobiele militaire tehuizen waar soldaten en burgers die betrokken zijn bij de krijgsmacht elkaar kunnen ontmoeten, ongeacht nationaliteit, ras, religie, rang en stand.
Ontspanning staat centraal; militairen kunnen spelletjes doen, iets eten of een film kijken. Op zondag houdt een geestelijk verzorger er zo mogelijk een kerkdienst.
Op 9 januari is Home-Base Support met een nieuwjaarsbijeenkomst officieel gelanceerd. Daarbij reikte staatssecretaris De Vries van Defensie oorkondes en speldjes uit aan acht Home-Base Supportmedewerkers die op missie zijn geweest en afzwaaien. Onder hen was de Rotterdamse Petra Weijers.