Hoofdrol voor mislukt fotorolletje
„Ik heb nog dagelijks spijt van die stomme fout”, zei laborant Van Boetzelaer. Hij en niemand anders is de veroorzaker van de fout van het mislukken van het fotorolletje. „Te laat naar bed gegaan en flink gedronken.”
Een steviger anticlimax was vrijdag, op de laatste dag van de verhoren van de parlementaire enquêtecommissie Srebrenica, nauwelijks denkbaar. Een laborant met een kater die een filmpje met mogelijke bewijzen van massamoorden letterlijk verprutst.
Terwijl iedereen in Den Haag rekening hield met alleen hoge VN-militairen op de laatste verhoordag haalde de commissie-Bakker vier belangrijke spelers in de affaire van het fotorolletje naar de oude vergaderzaal van de Tweede Kamer. De hoofdrolspeler zelf, het fotorolletje, ontbrak.
Het fotorolletje van luitenant Rutten bevatte opnamen van lijken en het scheiden van mannen en vrouwen op en nabij de basis van Dutchbat in Potocari in de moslimenclave Srebrenica. De opnamen werden rond de val van de enclave in juli 1995 gemaakt.
Volgens de officiële lezing is het fotorolletje mislukt door het gestuntel van laborant Van Boetzelaer die de avond tevoren te diep in het glaasje had gekeken. Bij het navullen van de ontwikkelvloeistoffen heeft hij zich waarschijnlijk vergist, waardoor het filmpje werd vernietigd. Het NIOD, dat in opdracht van het kabinet het complete Srebrenica-dossier doorspitte, kwam in april tot dezelfde conclusie.
Volgens geruchten en complottheorieën, en die worden na zeven jaar alleen maar meer, moesten de opnamen op het rolletje verdwijnen om Dutchbat uit de wind te houden.
Een aantrekkelijke theorie is dat iemand van tevoren met de tanks heeft geknoeid, want het was de laborant nog nooit eerder overkomen. Daar is echter geen onderzoek naar gedaan, want het stond niet in de onderzoeksopdracht van het onderzoeksteam van de marechaussee onder leiding van kapitein Rutten, het zogeheten Kodak-team. Tegenover de commissie verklaarde Rutten dat achteraf als een gemis in de opdracht.
Opvallend in de verhoren was het opduiken van een derde filmrolletje. Volgens Van Boetzelaer waren er tijdens het ontwikkelproces twee rolletjes verloren gegaan; één van luitenant Rutten en een rolletje van de marine. Een derde rolletje met opnamen uit Joegoslavië van adjudant Oosterveen werd om onverklaarbare redenen niet in de ontwikkelmachine meegenomen, terwijl er plaats was voor in totaal tien rolletjes.
De commissie had aanvankelijk niet de bedoeling het verhaal over het fotorolletje, dat symbool is geworden voor de onzorgvuldige afhandeling van Srebrenica door het ministerie van Defensie, op te rakelen. Door de publiciteit rond een opgedoken werkrapport zag commissievoorzitter Bakker (D66) zich echter genoodzaakt de affaire toch te behandelen.
Laborant Van Boetzelaer ging voor de commissie diep door het stof. „Ik heb nog dagelijks spijt van die stomme fout”, verklaarde hij. De laborant liet doorschemeren niet gewend te zijn aan het werken in een schemerige omgeving onder hoge tijdsdruk.
De enige voor een openbaar verhoor opgeroepen buitenlander, de Britse generaal Rupert Smith, kwam vrijdag op de valreep langs in Den Haag. De Britse generaal was in 1995 chef-staf van de VN-vredesmacht in Sarajevo, alleen de in Zagreb geplaatste Franse generaal Janvier had meer te vertellen. „Dutchbat heeft zijn uiterste beste gedaan”, stelde hij vast.
Hij kon of wilde de vraag niet beantwoorden of Dutchbat en de Verenigde Naties meer hadden kunnen doen om de massamoord op moslims in Bosnië te voorkomen. „Dat zou pure speculatie zijn.”
Volgens Smith miste de VN de steun van de Veiligheidsraad om werkelijk in te grijpen. Al maanden voor het drama in de moslimenclave Srebrenica was hem duidelijk dat de partijen geen vrede wilden en dat ze het conflict wilden uitvechten. „We werden gegijzeld door de Bosniërs en vormden een schild voor de Serviërs.” In zo’n situatie riskeren VN-militairen natuurlijk niet hun leven. Optreden zou immers de partijen niet dichter bij elkaar brengen, aldus Smith.
De verhoren van vrijdag brachten weinig extra informatie. De commissie-Bakker werkt nu aan haar eindrapport. Dat zal ze op maandag 27 januari 2003 presenteren. Het eindrapport moet de Tweede Kamer in staat stellen in februari een politiek oordeel te vellen over het Nederlandse optreden in Bosnië en de verwerking daarvan. En misschien kan dan het boek Srebrenica dicht.