Stressmanagers
„Zeg Timo, kom eens zitten. Ik moet even met je praten.” Vader heeft begrepen dat Timo zich op school niet best gedraagt. Vooral het contact met andere jongens in zijn groep –groep 5– is niet om over naar huis te schrijven. Regelmatig slaat en schopt hij andere kinderen. Tijd dus voor een stevig gesprek, want dit soort gedrag moet echt veranderen.
Hoewel Timo nog niet weet wat vader wil bespreken, is hij bij voorbaat onwillig. Hij heeft namelijk niet zulke goede ervaringen met serieuze gesprekken, zeker niet als hij moet zitten. Bijna altijd betekent dat iets negatiefs. Reden genoeg om afwijzend te reageren. Als het van papa dan toch per se moet, pakt hij even snel een auto om tussendoor mee te spelen.Vaak zijn volwassenen zich helemaal niet bewust van de speciale manier waarop zij belangrijke gesprekken voeren. Hoe gaat het doorgaans? Meestal staken we onze bezigheden, we gaan er eens goed voor zitten en we kijken elkaar het liefst aan. Naarmate het onderwerp gewichtiger is, schakelen we allerlei afleiders uit. Opperste concentratie alstublieft.
Kinderen zullen dit niet snel op deze manier doen. Want voor kinderen is deze manier veel te stressvol. Om de spanning te ontladen, gaat een kind andere dingen doen: spelen met een auto, wiebelen, met een pen tikken, naar buiten kijken. Hij wil niet zo intens geconfronteerd worden met een moeilijk onderwerp en laat via andere bezigheden de stress wegvloeien. Zo houdt hij de spanning op een acceptabel niveau. In feite is hij heel effectief bezig met stressmanagement. Jammer alleen dat wij dit als volwassenen meestal niet in de gaten hebben en het niet-stilzitten alleen maar lastig vinden.
Vandaar ook dat vader Timo sommeert alle nevenactiviteiten te staken. „Houd nu eens op met spelen, zo kan ik niet praten!” Het is de vraag of Timo nog wel kan praten als hij stokstijf stil moet zitten, maar dat is iets anders. Voor vader lijkt het of Timo niet met zijn aandacht bij het gesprek is. Gezien de zwaarte van het onderwerp accepteert vader dat niet. Helaas maakt het verbod op beweging Timo’s bereidheid tot praten bepaald niet groter. Hij weet niets anders te doen dan zich innerlijk af te sluiten en gelaten te wachten tot het eindelijk voorbij zal zijn.
Natuurlijk moeten we van tijd tot tijd ernstige gesprekken met kinderen voeren. De vraag is alleen of dat op onze volwassen manier moet. Want hoe doen kinderen dat zelf als het gaat om gewichtige onderwerpen? Zij stellen hun vragen vaak zomaar tussendoor. Bij voorkeur als je samen iets aan het doen bent, bijvoorbeeld tijdens het wandelen. Bijna terloops, zo lijkt het.
Hieraan zien we drie belangrijke dingen. In de eerste plaats tasten kinderen af of er ruimte is voor hun onderwerp; ze forceren het gesprek niet. Als het die keer niet lukt, proberen zij een ander moment.
Daarnaast kiezen ze situaties waarbij je elkaar niet diep in de ogen kijkt. Liever naast elkaar dan tegenover elkaar.
En als derde kiezen kinderen graag situaties uit waarin beiden met iets bezig zijn. Ze hoeven niet intens gericht te zijn op het onderwerp, zodat het niet loodzwaar wordt. Bovendien kunnen ze gemakkelijk weer terugkeren tot hun activiteit als het te moeilijk wordt. Om die reden gaan kinderen soms ineens over iets anders praten als de spanning te hoog oploopt.
Goedbeschouwd is het heel verstandig van kinderen om gesprekken over gevoelige en pijnlijke onderwerpen op deze manier aan te pakken, want zo blijft de hoeveelheid stress te managen. Echt praten met kinderen zal beter lukken als we een beetje tegemoetkomen aan de kinderlijke gespreksvoering. Dus toch een beperkte mate van afleiders voor lief nemen. Geen volle aandacht, maar naast elkaar kleuren bij de tafel en ondertussen praten. „Timo, ik vraag me wel eens af: vind jij het leuk op school?” Bijna onmiddellijk begint zijn potlood veel heftiger te bewegen. Teken van goed stressmanagement.
De auteur is psychologe en moeder van twee dochters, van 16 en 14 jaar, en een zoon van 10 jaar. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl.