Bij een van de uitgegeven kavels zou de naam van de koper tegen betaling zijn vervalst. Ook zou het raadslid vorig jaar iemand hebben voorgespiegeld ambtenaren van gemeente en provincie te kunnen omkopen om een bouwvergunning te verkrijgen. In ruil voor die vergunning zou Roosenboom 5000 gulden hebben gevraagd. Van dat laatste bestaat een bandopname van een telefoongesprek, die is doorgespeeld naar justitie, waardoor de zaak is gaan rollen.

Bouwopzichter L. ontkende tijdens de zitting 1000 gulden als steekpenning te hebben betaald aan Roosenboom voor het verkrijgen van het stuk bouwgrond. Bij de politie gaf L. het betalen van smeergeld echter wel toe in een door hem ondertekende verklaring.

Roosenboom was eerder verdacht van het ronselen van stemmen via het verzamelen van volmachten, maar daarvan werd hij vrijgesproken. De rechtszaak tegen hem over de steekpenningen is aangehouden tot 13 februari, omdat de rechtbank in Breda het resultaat van het meineed-onderzoek wil afwachten.