Dat blijkt uit een brief die de minister vanmiddag naar de Kamer heeft gestuurd.De bewindsman liet eind vorig jaar door De Telegraaf en het Nederlands Dagblad optekenen dat er „na 2010 geen nieuwe, grote missie in Afghanistan komt. Daar is de Nederlandse krijgsmacht niet toe in staat.” Een nieuwe, kleine missie sloot hij overigens niet uit. „Maar niets grootscheeps.”

Minister Verhagen van Buitenlandse Zaken daarentegen zei op 11 januari tegen De Telegraaf met zoveel woorden dat hij alle opties openlaat. „Ik ga niet bij voorbaat zeggen dat dit het is.” Premier Balkenende had eerder gezegd dat het kabinet zich zal beraden als de nieuwe Amerikaanse president Obama Nederland vraagt langer actief te blijven in Afghanistan.

Van Middelkoop schrijft in zijn brief aan de Kamer dat „Nederland hoe dan ook zijn leidende militaire verantwoordelijkheid in Uruzgan op 1 augustus 2010 zal beëindigen.” Hij vervolgt: „Of, en zo ja, op welke wijze de Nederlandse krijgsmacht daarna actief blijft in Afghanistan is nu niet aan de orde.”

Daarmee biedt de bewindsman impliciet meer ruimte voor een nieuwe, grote militaire missie in Afghanistan dan hij eerder wilde doen. Balkenende en Verhagen daarentegen kunnen tevreden zijn. Hun wens om substantieel militair te blijven bijdragen aan de NAVO-operatie in Afghanistan is een stapje dichterbij realisatie gekomen.

Van Middelkoop schrijft verder in zijn brief dat hij het „betreurt” dat hij in het vragenuurtje vorige week dinsdag „geen adequaat antwoord” heeft kunnen geven op vragen over de missie in Afghanistan, omdat onduidelijkheid ontstond of hij daarover wel of niet een interview had gegeven aan De Telegraaf. De minister ontkende –terecht– dat hij een vraaggesprek had gehad aan De Telegraaf, maar moest later erkennen dat zijn ministerie het Telegraafbericht met zijn citaten desondanks wel had goedgekeurd. Daarover ontstond vorige week ophef. „Als politiek verantwoordelijke neem ik dit alles volledig voor mijn rekening.”