Godsdienstwet Kirgizië tegenvaller voor kerken
De nieuwe godsdienstwet in Kirgizië is een flinke tegenvaller voor de kerken. Kerken zullen moeten leren anders te functioneren binnen de beperkingen door de wet, die eerder deze maand is ondertekend door de president.
Dat zei Esther Amado, coördinator van Open Doors in Centraal-Azië, dinsdag. President Koermanbek Bakijev van Kirgizië gaf zijn goedkeuring aan de nieuwe wet, ondanks protesten van mensenrechtenorganisaties, godsdienstige groeperingen in het land en de Europese Unie.De nieuwe godsdienstwet, die van kracht wordt na publicatie in staatsmedia, betekent een flinke inperking van godsdienstvrijheid in het land. Zo schrijft de wet voor dat elke nieuwe kerk en elke nieuwe gemeente minimaal 200 leden moeten hebben.
Daarnaast is het verboden om mensen van godsdienst te laten veranderen en openlijk je geloof te verkondigen. Kinderen worden in de nieuwe wet uitgesloten van deelname aan een kerkgenootschap. Ook godsdienstige boeken en audiovisueel materiaal mogen niet in het openbaar worden verspreid.
Kirgizië werd na zijn onafhankelijkheid in 1991 een van de landen in Centraal-Azië met de meeste godsdienstvrijheid. Het aantal christenen in het land groeide, maar veel kerkleden vrezen dat er aan dat tijdperk met de nieuwe wet een einde komt.
„De nieuwe wet zal de activiteiten van de kerken flink inperken. Maar de gemeenten hebben zich in de loop der jaren flink geworteld in Kirgizië en functioneren goed”, weet Amado. „Ze zullen overleven en ik hoop dat ze, zelfs in de nieuwe situatie, verder zullen groeien.”
Ook buurland Kazachstan is bezig met een nieuwe godsdienstwet, die de regels aanscherpt. Het parlement heeft deze wet al goedgekeurd, maar president Noersoeltan Nazarbajev heeft zijn handtekening nog niet gezet. Hij wil eerst dat een speciale raad het wetsvoorstel toetst aan de grondwet.