„Calvijn beschouwt Christuskennis als doel van de Wet”
„Calvijn wil het woord ”Evangelie” voor het Nieuwe Testament reserveren. Schrijvers die zeggen dat het Evangelie van alle tijden is en die zowel profeten als apostelen beschouwen als dienaars van het Evangelie, verliezen volgens hem het onderscheid tussen het Oude en Nieuwe Testament uit het oog.”
Dat zei dr. W. de Greef dinsdag in een lezing voor de gereformeerde theologenvereniging Voetius. De hervormde emeritus predikant sprak over de vraag: Hoe ziet Calvijn Christus in het Oude Testament?Dr. De Greef begon met in beeld te brengen hoeveel Calvijn over het Oude Testament gepreekt heeft: „Van 1536 tot zijn dood in 1564 preekte hij bijna dagelijks. Zondags preekte hij over het Nieuwe Testament, doordeweeks over het Oude. Van de 4000 preken die hij in totaal in Genève gehouden heeft, zijn er 2000 bewaard gebleven.” Calvijn is volgens dr. De Greef „het belangrijkste voorbeeld van het vele goede dat in de zestiende eeuw op het gebied van de Schriftuitleg is gedaan.”
Toch was men het in de kring van reformatorische exegeten lang niet altijd eens, zo stelde de hervormde emeritus predikant: „Calvijn werd ervan beschuldigd dat hij zich te veel liet leiden door joodse exegeten.” Volgens dr. De Greef is het inderdaad duidelijk dat Calvijn rekening hield met de joodse uitleg: „Psalm 72 mogen we volgens hem niet zomaar zien als een profetie van het koninkrijk van Christus. Dan geven we de joden reden tot klagen dat we op een spitsvondige manier overal Christus willen zien.”
Hoe ziet Calvijn Christus dan wel in het Oude Testament? Hij gaat volgens dr. De Greef uit van een onderscheid: „Christus is de inhoud van het Evangelie, maar van de Wet is Hij het doel. Daarom moet ook ons doel in de omgang met de Bijbel zijn, dat we Christus kennen. Als we dat niet doen, dwalen we volgens Calvijn doelloos rond in de Wet als in een doolhof, zoals de joden.”
Een ander belangrijk thema in Calvijns Schriftuitleg is het verbond, zo stelde dr. De Greef: „Calvijn sluit zich aan bij Bullinger, die het verbond ziet als de blikrichting van heel de Schrift. Het gaat in de hele Bijbel over één en hetzelfde verbond: alleen de gestalte is anders. Dit verbond is niet alleen de verticale lijn van de relatie met God, maar ook de horizontale lijn van de geschiedenis van Abraham, Israël en uiteindelijk de heidenen.” Volgens dr. De Greef is deze horizontale lijn de sleutel om Calvijns spreken over Christus in het Oude Testament te begrijpen.
Koning David is voor Calvijn een belangrijke figuur, aldus de emeritus predikant, omdat zijn koninkrijk een schaduw is van het koninkrijk van Christus. „Wanneer de profeet in Amos 9 spreekt over het herstel van de vervallen hut van David en de bloei van zijn rijk, kan dat volgens Calvijn niet anders verstaan worden dan in verband met Christus. Het aardse koninkrijk Israël heeft immers na de ballingschap nooit meer gebloeid. Alleen in Hem zal de duurzaamheid van het koninkrijk aan het licht komen, en alleen Zijn troon zal niet wankelen.”