Protestgebed bij Colosseum
Kerkelijk leiders en islamkenners in Italië hebben moeite met de anti-Israëldemonstraties van de afgelopen tijd. Ze vinden manifestaties die met massaal gebed richting Mekka eindigen voor belangrijke symbolen van de Rooms-Katholieke Kerk een provocatie.
Het beeld van rijen met biddende moslims op de openbare weg is –uit vermeend gebrek aan moskeeën– in Italië de laatste jaren niet onbekend. Maar honderden gebogen ruggen van mannen in gebed bij het Colosseum, zoals afgelopen zaterdagmiddag gebeurde, maakte indruk.Het Colosseum, ook al werden ten tijde van het Romeinse Rijk er gruwelijke wildedieren- en gladiatorengevechten gehouden, is een symbool van de westerse beschaving. Het amfitheater geldt ook als christelijk monument, waarbij onder anderen de paus met Goede Vrijdag voorgaat in de kruisweg.
„Radicale moslims laten aan Italianen, gelovigen en niet-gelovigen zien dat ze in staat zijn de meest betekenisvolle plekken van onze steden te bezetten en ze dagen onze waarden uit”, schreef Marcello Foa, een journalist van onder andere het conservatieve dagblad Il Giornale.
Het gebed bij het Colosseum kwam aan het eind van een anti-Israëldemonstratie. Tijdens de demonstratie werden Israëlische vlaggen verbrand en spandoeken meegedragen waarop onder andere de davidsster stilistisch was verbonden met een swastika.
Twee weken geleden waren aan het eind van gelijksoortige demonstraties betogers voor het islamitische middaggebed massaal door de knieën gegaan. In Milaan werd daarvoor het domplein gebruikt, in Bologna het plein voor de kathedraal van de heilige Petronius. Volgens de organisatoren kwam het gebed spontaan in hen op.
Maar of deze massagebeden wel zo spontaan waren ontstaan is maar de vraag. Hoewel de aartsbisschop van Bologna zich op de vlakte hield, was zijn naaste medewerker, de vicaris-generaal, woedend. „Het was geen bidden, maar het uitdagen van de kerk, en vooral van ons democratisch en cultureel systeem.”
Uit het aartsbisdom van Milaan kwamen mildere geluiden. Aartsbisschop en kardinaal Dionigi Tettamanzi toonde begrip. „Ik zie liever mensen bidden dan vechten.”