OM eist boete voor dodelijke ruggenprik
De officier van justitie heeft donderdag bij de rechtbank in Den Haag een voorwaardelijke geldboete van 2000 euro geëist tegen een 29-jarige arts-assistent van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). J. D. diende in januari 2000 een verkeerde ruggenprik toe, waardoor een driejarig kankerpatiëntje overleed.
De man diende het meisje het medicijn Vincristine toe in het ruggenmerg, terwijl het middel in de bloedbaan had moeten worden gebracht. Hij werkte toen pas drie weken op de afdeling kinderoncologie van het LUMC, die dag tijdens afwezigheid van een supervisor. De officier achtte desondanks dood door schuld bewezen.
Een 28-jarige verpleegkundige die de arts hielp, stond donderdag ook terecht. De officier eiste tegen die verdachte schuldigverklaring zonder strafoplegging.
Op de zitting bleek donderdag dat in het ziekenhuis enkele weken voor het dodelijke incident bijna dezelfde fout was gemaakt. De verdediging voerde emeritus hoogleraar kindergeneeskunde, P. Vôute, op als getuige-deskundige. Hij verweet het LUMC dat het de richtlijnen voor de toediening van Vincristine niet goed had toegepast. Die richtlijn bestaat sinds 1998 en is opgesteld omdat het in het buitenland al enkele malen is misgegaan met de toediening van het medicijn.
Uitspraak 19 december.