Zorgvuldig omgaan met identiteit scholen
De Nederlandse bisschoppen presenteerden vorige maand een visie op het rooms-katholiek onderwijs. Uit dit rapport zijn lessen te trekken voor het protestants-christelijk en het reformatorisch onderwijs, vindt drs. I. A. Kole.
De identiteit moet steeds centraal blijven staan. ”Bezield en zelfbewust”, zo luidt de titel van de beleidsnota van de Nederlandse bisschoppen die 4 november 2002 werd gepresenteerd, met het oog op een nieuwe dynamiek en een gedeelde visie in het katholiek onderwijs.
De goed leesbare brochure biedt veel informatie over de ingeslagen koers van het katholiek onderwijs in de afgelopen jaren en geeft een aanzet voor het beter zichtbaar maken van wat het katholiek onderwijs bezielt. Dit cursusjaar vindt er een presentatie plaats van het beleid en gaan de bisschoppen het onderwijsveld in, met speciale aandacht voor de pabo’s, met het oog op de verbreding van de kennis van het christelijk geloof en de christelijke cultuur in de opleiding.
In het cursusjaar 2003-2004 wordt er contact opgenomen met de schoolbesturen en de leiding van de scholen om te praten over hun identiteitsbeleid en de mogelijkheden van scholing te bestuderen op het terrein van de spiritualiteit en de katholieke identiteit. Het godsdienstonderwijs in het primair en het voortgezet onderwijs moet vernieuwd worden.
In het cursusjaar 2004-2005 wordt een begin gemaakt met de vertaling van het procesmatig contact met scholen en schoolbesturen over identiteitsbeleid voor de erkenning als katholieke school, en voor het voortgezet onderwijs zal draagvlak gezocht worden om een speciaal certificaat ”leraar voor katholiek onderwijs” te verbinden aan de opleiding van leraren voor het voortgezet onderwijs.
Vervreemding
Sinds 1966 hebben de Nederlandse bisschoppen de verantwoordelijkheid voor het katholiek onderwijs voor een aanzienlijk deel in handen gelegd van leken. Die hebben de verantwoordelijkheid bewust aanvaard tot op dit moment. Er groeide echter ook afstand tussen school en kerkelijke leiding. Soms neemt dat vormen aan van onderlinge vervreemding en achterdocht. In het onderwijs is men bang voor nieuwe en ongewenste kerkelijke bemoeienis. Bij de kerkelijke overheid is er toenemende zorg om de koers en de inhoud van de identiteit.
De bisschoppen beseffen dat het niet zo eenvoudig is in het katholiek onderwijs om de identiteit inhoud en vorm te geven. Een aantal katholieke scholen vraagt zich af of ze zich nog wel moeten profileren als katholieke school, gezien het grote aantal andersdenkenden in de school door het open toelatingsbeleid. Verder is er de vraag of de ouders meer invloed moeten hebben bij de vaststelling van de grondslag van de school. En dan de vraag naar deelname aan samenwerkingsscholen van openbaar en bijzonder onderwijs.
Andere tijden
De katholieke school is niet meer, zoals vroeger, een vanzelfsprekende uiting van katholiek leven. Dat alles is een gegeven. De bisschoppen willen hun ogen daarvoor niet sluiten. Maar stellen wel dat een groot aantal van de, vooral jonge, ouders iets van een katholieke school verwacht op identiteitsgebied.
In het licht van de actuele ontwikkelingen willen de bisschoppen de volgende stappen zetten: duidelijk maken wat een school tot een katholieke school maakt; aangeven hoe zij de aansturing van het katholiek onderwijs zien op die onderdelen waarvoor de kerkelijke leiding uitdrukkelijk verantwoordelijkheid heeft; aangeven welke ondersteuning de scholen kunnen ontvangen.
In de afsluiting van de brief verwijzen de bisschoppen ondermeer naar de kinderzegening van de Heere Jezus (Matthéüs 19: 13-14). „Een katholieke school toont haar kracht, als de werkelijkheid en het mens-zijn enerzijds en het Woord van de Heer anderzijds in de concrete uitwisseling tussen docenten en leerlingen thema van leren zijn.”
Ontvangst
Hoe het katholiek onderwijs op de beleidsnota van de bisschoppen zal reageren, zal in de komende tijd wel duidelijk worden. In de praktijk is in de afgelopen jaren duidelijk geworden dat veel scholen zich aan de invloed van de hiërarchische aanspraak van de kerk op hun onderwijs hebben onttrokken en volop gedemocratiseerd zijn. De bisschoppen hebben moeite met deze ontwikkelingen en willen de band van de school met de moederkerk verstevigen en/of weer aanbrengen én de godsdienstige traditie en binding aan de kerk in het onderwijs een plek geven. Zodat de katholieke scholen herkenbaar katholiek zijn.
Of al de katholieke scholen, gezien de praktijk en het open toelatingsbeleid (en benoemingsbeleid?), zitten te wachten op zo’n visie van de bisschoppen? Dat betwijfel ik. Op veel scholen zal gelden: Kerk moet niet, maar kerk kan. Mogelijk krijgen de bisschoppen meer ingang in de scholen om draagkracht te krijgen door zich niet alleen te richten tot het onderwijs, maar door zich aan te bieden aan het onderwijs, zodat elke school weet waarom ze wel of niet (meer) een katholieke school is. Dan is de school weer het verlengstuk van de kerk, wat in de praktijk in veel situaties niet meer het geval is.
Baken
Deze nota geeft aan dat het van belang is om ten aanzien van de identiteit van de school zorgvuldig om te gaan met vragen over grenzen aan de toelating, bij de benoemingen, over de band met de ouders die achter de levensbeschouwelijke identiteit (dat heeft gevolgen voor de pedagogische en onderwijskundige identiteit!) van de school staan en over de verhouding van de school tot de kerk(en).
Deze beleidsnota leert ons ook dat de bisschoppen niet over één nacht ijs gaan. Ze betreuren de ontzuiling en het loslaten van de katholieke signatuur. Ook in allerlei vormen van voortgezet onderwijs pleiten zij -heel terecht- voor een duidelijke identiteitsimpuls gelet op de leeftijd van de leerlingen, de puberteit, waarin ze verlangen naar identificatiefiguren, authentiek ook in de geloofsbeleving.
Laten we waakzaam zijn en blijven voor het behoud van het bijbelgetrouwe en confessioneel gebonden protestants-christelijk en reformatorisch onderwijs. Laten we zorgen dat er een goede communicatie is tussen alle geledingen die bij onze scholen betrokken zijn. De school een brug naar de kerk(en), juist ook naar de kerk(en)! Dat betekent dat de personeelsleden actief bij de kerk betrokken zijn en goed spreken van de Heere en Zijn dienst. Dan is de school een bruggenhoofd van het Koninkrijk Gods. Dat eist ook kwalitatief (bij-de-tijd) goed onderwijs, wegwijs in de samenleving.
De auteur is oud-directielid van de christelijke hogeschool De Driestar in Gouda.