Niet nerveus van dubbele woonlasten
De huizenmarkt is gunstig voor een starter. Maar niet voor iemand die een huis kocht, maar z’n oude nog niet kwijt raakte. Jan Kees Scheele (52) is zo iemand. „Financieel is het vervelend; ik heb dubbele lasten. Maar het is slecht voor mijn gezondheid als ik zenuwachtig word.”
Begin september kocht hij een twee-onder-één-kapwoning aan de W. J. Bitterstraat in Ede. Scheele: „Ik wilde mijn oude huis verkopen, ondertussen het nieuwe laten opknappen en daarna verhuizen.”Scheele, eigenaar van een autobedrijf, kocht het huis waar hij nu nog in woont twee jaar geleden van zijn jongste monteur. „Het staat in een keurig hofje van veertien woningen: de IJssel de Schepperlaan in Ede. Het heeft drie slaapkamers; de natte ruimtes zijn ongeveer drie jaar oud; de vraagprijs ligt net iets boven de 2 ton. Een ideale starterswoning dus.”
Scheele stak twee jaar geleden bij de aankoop eigen geld in zijn huis. Dat wil hij met de verkoop verzilveren voor de opknapbeurt van zijn nieuwe huis. „De keuken en de badkamer moeten worden vernieuwd. Er zitten zes laagjes behang over elkaar. De plafonds zijn nog van zachtboard. Ik heb zelf geen tijd om te klussen. Twee van mijn werknemers zijn pas vertrokken; het is druk in het bedrijf.”
Voordat Scheele zijn huis te koop zette, kreeg hij al regelmatig een belletje met de vraag of hij zijn woning niet wilde verkopen. „Toen die eenmaal te koop stond, dropen die belangstellenden één voor één af. Ze speculeerden op verder dalende prijzen.”
Even overwoog de ondernemer zijn nieuw gekochte woning weer te koop te zetten. „Maar dat werkt niet als het behang er al deels is afgetrokken en het verder leegstaat.”
Financieel is het vervelend om twee huizen te hebben, zegt Scheele. „Dubbele woonlasten betekenen niet alleen dubbele hypotheekkosten. Ik moet het nieuwe huis ook op temperatuur houden. Toen ik dat niet deed stond het parket bol. Ik heb nog wel een financieel buffertje, maar daar teer ik flink op in. Ik heb geld genoeg om te blijven eten. Gelukkig gaat het met het bedrijf goed. Anderen die in dezelfde situatie zitten, zie ik financieel en sociaal onderuit gaan. Dat levert veel stress en spanning op.”
Zenuwachtig wordt Scheele niet van de situatie. „Soms denk ik wel „Oeps, hoelang duurt het nog.” Het is slecht voor de gezondheid om nerveus te worden. Twee weken geleden hoorde ik een predikant in zijn preek zeggen dat al het goud op aarde van God is. Ik vertrouw op Hem en weet me gedragen. God is mijn vangnet. Als ik dat vertrouwen niet had, liep ik gillend rond met de gedachte: O, mijn geld, mijn geld. Nu weet ik dat er een oplossing komt.”
De kans dat hij zijn huis verkoopt, acht hij klein. „Onlangs was er voor het eerst in vier maanden een potentiële koper. Ze waardeerde het hofje met zijn sociale controle. Uiteindelijk ging het niet door. Als er nu een kijker komt, ga ik ervan uit dat het niets wordt.”
Scheele staat op het punt zijn oude huis te gaan verhuren. „Het liefst verkoop ik het natuurlijk. Verhuren is een noodmaatregel. Daarom schuif ik het steeds een maandje vooruit. Ik wil wel een fatsoenlijke huurder; niet zes Polen. Losse kamers verhuren is ook geen optie; dan verpaupert het huis. Ik heb gesprekken gevoerd met mogelijke huurders.”