Het sprookje van Aldi
„Vandaag geen boodschappen doen bij Lidl en Aldi. De hele omzet van 10 januari 2009 gaat naar Israël.”
Als een lopend vuurtje verspreidde het sms’je zich onder het islamitische deel van de bevolking van Nederland, Duitsland en België. Het gros van de ontvangers voelt op z’n klompen aan dat dit een broodjeaapverhaal is. Dat de supermarktketens het bericht onmiddellijk ontkenden, kon de geruchtenstroom echter niet indammen.Zo werkt dat vaker bij nepverhalen. Sms en e-mail zijn de nieuwe vehikels voor de ouderwetse kettingbriefacties, waarin werd gewaarschuwd voor de streepjescode of de producten van Procter & Gamble. Die onzinacties waren evenmin te stoppen als de nepmails die vandaag de dag circuleren met viruswaarschuwingen.
De gretigheid waarmee zulke berichten door het land gaan -kenners spreken van virale marketing- zegt veel over de goedgelovigheid en beïnvloedbaarheid van mensen. Juist rondom een conflictsituatie als die in Gaza is dat een beangstigend verschijnsel. Al in Bijbelse tijden gingen oorlogen gepaard met mediamanipulatie, maar de moderne media zorgen daarbij voor een verschuiving. De conflicten in Vietnam en de Golfregio kennen tal van voorbeelden waarin tv en kranten -en in mindere mate radio- hebben bijgedragen aan een vertekend beeld. Vers in het geheugen liggen nog de satellietfoto’s van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Powell, die in het voorjaar van 2003 moesten bewijzen dat Saddam Hussein grote voorraden chemische en biologische wapens bewaarde. Ze waren doorslaggevend voor het starten van een oorlog tegen Irak, terwijl er later geen spoor van die wapens aangetroffen is. Het bewijst hoe voorzichtig we moeten zijn met de informatie van het front, ook als die afkomstig is van gerenommeerde nieuwsbronnen.
Bij recente conflicten spelen nieuwe media een steeds belangrijker rol. In principe kan elke burger zijn eigen nieuwskanaal starten. Dat gebeurt nu rond Gaza. Dagelijks circuleren honderden mails met foto’s, slideshows en video’s of verwijzingen ernaar op weblogs, nieuwssites en YouTube. De bloederige beelden die deze bronnen verspreiden, zijn veel schokkender dan wat reguliere tv-kanalen tonen.
Waar het al nauwelijks mogelijk is om uit de gewone bronnen een eerlijk en overzichtelijk beeld te krijgen van het conflict, geldt dit nog veel sterker bij deze officieuze nieuwskanalen. In plaats van censuur geldt hier het omgekeerde principe: propaganda. Of het nu een sms’je of een filmpje op YouTube is: er is geen enkele redactie die controle uitoefent en de afzender heeft vooral belang bij het overdrijven van het leed. Bij de Libanonoorlog in de zomer van 2006 gebeurde dit op grote schaal.
Daar komt bij dat de beeldenstroom nu eenzijdig uit Gaza komt. De jarenlange ontwrichting aan Israëlische zijde is moeilijker in beeld te brengen en weegt daardoor in de publieke opinie minder zwaar. Ten onrechte.
Het is zorgwekkend om vast te stellen dat juist dit soort beelden de meningen in zowel de Arabische als de westerse wereld beïnvloedt. Het is gevaarlijk als de emotie van het beeld regeert, terwijl de diepere achtergrond van het conflict uit het oog verdwijnt.