Heffing op plezierboot voor recreatiefonds
Mensen die voor hun plezier in een eigen boot gaan varen, moeten een heffing betalen die uitsluitend ten goede mag komen aan een nieuw te vormen Blauwfonds voor de recreatievaart. Dat staat in een advies, dat oud-staatssecretaris Gabor (Natuurbeheer) dinsdag heeft aangeboden aan minister Verburg (LNV).
Voor de pleziervaarders staat tegenover het invoeren van de heffing dat in de toekomst onderweg niet meer betaald hoeft te worden voor doorgang door sluizen en bruggen en dat ook tolgelden tot het verleden behoren. De invoering van de landelijke heffing kan voorkomen dat er een lappendeken aan heffingen zal ontstaan.VVD-Tweede Kamerlid Elias is mordicus tegen. Hij spreekt over een nieuwe „vaarbelasting" en vindt dat we al meer dan genoeg belastingen hebben in ons land. Mensen met een plezierboot zullen meer moeten gaan betalen dan in de huidige situatie, aldus Elias.
Gabor laat de mogelijkheid open of de heffing gebeurt via een vaarbewijs, een vaarsticker, of het op kenteken stellen van de boten. De vaarsticker heeft de voorkeur van de deskundigen, maar rekening houdend met bijvoorbeeld snelheidscontroles, diefstal en belasting zou het kenteken weer beter zijn. In het laatste geval kan de bijdrage worden geïnd zoals dat ook gebeurt bij de motorrijtuigenbelasting.
De oppervlakte van de boot bepaalt de hoogte van de heffing. Voor niet-gemotoriseerde boten tot tien vierkante meter hoeft niet betaald te worden. Zo’n 300.000 boten vallen onder de heffingsplicht. Bij een bijdrage van 8 euro per vierkante meter zou dat 45 miljoen opleveren. Dat geld moet ten goede komen aan voorzieningen voor de recreatievaart, de veiligheid op de vaarwegen, onderhoud zoals baggeren van vaargeulen en aan milieumaatregelen om te voorkomen dat het oppervlaktewater wordt vervuild.
Goede communicatie is essentieel voor de maatschappelijke haalbaarheid, want het kan eventuele scepsis en wantrouwen doen omslaan in vertrouwen, gaf Gabor Verburg als advies mee.