Strenge beoordeling nieuwe EU-landen al in 2003
Brussel zal in oktober 2003 al duidelijk maken op welke terreinen de nieuwe EU-lidstaten voorlopig niet mogen meedoen aan de Europese binnenmarkt.
Die garantie heeft Europees commissaris Verheugen (uitbreiding) VVD-leider Zalm woensdag in Brussel gegeven.
Zalm vindt dat zijn partij daardoor beter kan oordelen over de uitbreiding van de EU met tien nieuwe, hoofdzakelijk Oost-Europese lidstaten. De Tweede-Kamerdebatten daarover kunnen daarom ook pas in de laatste maanden van volgend jaar plaatsvinden, zo meent de VVD-lijsttrekker.
Nederland drong er eerder al op aan dat de nieuwe lidstaten eventuele uitzonderingen of vrijwaringen krijgen voor de interne Europese markt. Op terreinen waarop die lidstaten duidelijk niet alle EU–regelingen hebben ingevoerd, mogen ze voorlopig niet meedoen. Zalm vreesde echter te moeten oordelen over tal van boterzachte toezeggingen van de nieuwe landen, dat ze toch bij toetreding in mei 2004 wel alles op orde zouden hebben.
Verheugen heeft de kritiek van Zalm ter harte genomen en hem duidelijk gemaakt welke vrijwaringen hij in een eindrapport van de Europese Commissie wil opnemen. Dat rapport verschijnt eind volgend jaar. Zalm noemt dit „goed nieuws, want het is toch moeilijk om louter op hoop en verwachtingen een toetredingsverdrag te ratificeren”.
Verheugen kan nu nog niet aangeven welke uitzonderingen voor de binnenmarkt er zullen komen. Door de slechte situatie in de Poolse slachthuizen verwacht hij wel een uitzondering voor die categorie. De clausules voor vrijwaring kunnen volgens de VVD–leider „oneindig blijven duren”. De EU–lidstaten en de Europese Commissie, als dagelijks bestuur van de Europese Unie, moeten gezamenlijk oordelen of bepaalde vrijwaringen weer kunnen worden opgeheven.
De VVD–voorman zegt dat hij „nu moeilijk kan oordelen” of zijn fractie volgend jaar tegen de hele EU–uitbreiding zal stemmen als naar zijn oordeel er op enkele terreinen te weinig uitzonderingen zijn geregeld. „Maar wat ons nu is toegezegd, is wel een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen instemmen met de uitbreiding.”