„Canon doet geen recht aan leed door Japanners”
De historische canon die verplichte kost is op scholen, geeft geen juist beeld van het leed dat de Japanners veroorzaakten in het voormalige Nederlands–Indië. De neutrale beschrijving in enkele regels toont het gebrek aan belangstelling die er in Nederland was en nog steeds is over de verschrikkingen na de Japanse inval in 1942 tot aan de bevrijding in 1945.
Dat zei historicus en voorzitter van de Stichting Verfilming Japanse Burgerkampen ’42–45, Jan van der Dussen, zondag in Amsterdam bij de première van de film Het jaar 2602. Hij vindt het ontoelaatbaar dat de canon slechts meldt dat de Nederlandse vrouwen en kinderen naar kampen moesten en dat de mannen moesten werken voor de Japanners.„Het was slavenarbeid, onder meer bij de bouw van de spoorlijn in Birma of in de mijnen in Japan". Van de 300.000 Nederlanders in het huidige Indonesië, stierven tienduizenden mannen, vrouwen en kinderen.
In 2602, de Japanse jaartelling, vertellen bejaarden hoe zij als kind, tussen de vier en negentien jaar, leefden in Nederlands–Indië. Zij beschrijven de ontberingen in de Japanse kampen: honger, dorst, hitte, ziekten, ongedierte, mishandelingen en vernederingen. De ouderen kennen de Japanse bevelen nog uit hun hoofd, evenals de cijfers die zij elke dag moesten opdreunen. „Concentratiekampen waren het, maar dat lees je niet", aldus Van der Dussen.
In de film komen alleen Nederlanders aan het woord (totoks) en vrijwel geen gemengde Indische Nederlanders (Indo’s). Kritiek hierover snapt Van der Dussen, maar volgens hem stopten de Japanners alleen de Nederlanders in de kampen en bleven de bruinere Indische Nederlanders er buiten. Zij hadden het ook vreselijk, stelt de historicus, alleen al vanwege het groeiende wantrouwen van de Indonesiërs.
In de documentaire Contractpensions komen Indo’s juist aan bod, met schrijnende maar nu hilarische klinkende anekdotes over de periode na aankomst in Nederland. Ze waren destijds de eerste ’bruintjes’ in Nederland. De kinderen werden gezien als aapjes die in een boomhut hadden geleefd. Vooral dwars zit de Indo’s dat zij als staatsruifvreters werden gezien, terwijl zij de jaren daarna alle voorschotten moesten terugbetalen aan de overheid. Veel mensen weten dat niet.