Kapernaüm
In Kapernaüm had Jezus vele wonderen en tekenen gedaan. Van de blindgeborene opende Hij de ogen van het verstand. Zie wat de gevolgen waren van Jezus’ wonderen bij deze genezingen of wat de geestelijke krachten waren die door Jezus gedaan werden. Geestelijke blinden kregen een geheiligd inzicht in Mozes en de profeten en Jehova’s aanbiddelijke wonderwegen. Geestelijke doven en stommen hoorden Gods raad. Dierbare beloften spraken van Zijn roem en al het hemelse wat zij gehoord en ondervonden hadden.
Geestelijk kreupelen bewandelden de paden van heil en leven. Geestelijke melaatsen verkeerden, toen zij gereinigd waren, in het geestelijke heiligdom, in de nabijheid van God. Geestelijk geraakten, die voor Hem sidderden en beefden, werden door Jezus’ troosttaal gesterkt: Uw zonden zijn u vergeven. Zij hadden nu een vaste geest en een vast hart en vertrouwden op de Heere.De geestelijk neergebogenen staken nu hun hoofden omhoog, bemoedigd en blij in de Heere en wachtend op Zijn heil. Die voorheen hand- en werkloos waren, hadden nu een geestelijke behendigheid en vaardigheid tot al het goede werk waarin de Heere verheerlijkt werd. Geestelijke graven werden geopend, overledenen stonden op.
Antonius Driessen, professor te Groningen (”Oude en de nieuwe mens”, 1738)