Dat heeft een woordvoerder van de stichting Noodopvang in Utrecht vrijdag gezegd naar aanleiding van berichtgeving in BN/De Stem.De stichting geeft het gezin, met zeven kinderen, de komende drie dagen onderdak in een hotel in Utrecht. De vader woont al sinds september in Utrecht.
Volgens de zegsman van de stichting Noodopvang hebben de pesterijen door een groep jongeren het karakter van discriminatie. Er zou een reeks kreten als „rot op” zijn geroepen, ruiten zijn vernield en het huis is bekogeld met eieren.

Politie en gemeente wijzen de suggestie van structurele discriminatie van de hand. Volgens een woordvoerder ligt het huis van de familie in de buurt van het uitgaansgebied en wijzen de incidenten op baldadigheid.

Het gezin woont sinds 2005 in Raamsdonksveer. De familie is in Nederland op uitnodiging van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Het enige bij de politie bekende discriminatie-incident tegen de familie had plaats in mei 2007.

Een jonge inwoner van Raamsdonksveer bedreigde een van de kinderen toen met een mes en sloeg racistische taal uit. De politiewoordvoerder spreekt van een verkeerde uiting als gevolg van persoonlijke omstandigheden van de dader.

De gemeente Geertruidenberg, waar Raamsdonksveer onder valt, betreurt het dat de familie zich niet veilig heeft gevoeld. Als het gezin niet wil terugkeren, zal de gemeente helpen bij het vinden van een nieuw thuis elders in Nederland. Burgemeester

Meijer zal onder meer contact opnemen met zijn Utrechtse ambtgenoot Wolfsen, liet hij weten in een verklaring. Het komt vaker voor dat vluchtelingen last hebben van pesterijen. Volgens Artikel 1, het voormalige bureau racismebestrijding, zijn in 2007 veertien vluchtelingengezinnen weggepest uit hun huis. Bijna alle gevallen deden zich voor in dorpen. In het najaar van 2007 moest in Waspik een Liberiaans vluchtelingengezin onderduiken na maandenlange treiterijen. Diverse instanties hadden bijna anderhalf jaar lang meldingen over racistische pesterijen van het gezin in Waspik laten liggen.