Binnenland

Het metselwerk in de abdij gebeurt in stilte

Een groot deel van de abdij in Diepenveen staat sinds een aantal weken in de steigers. Het ruim honderd jaar oude kloostercomplex nabij Deventer is aan een renovatie toe die miljoenen kost. Al zetten de bouwvakkers hun radio uit, toch moeten de twaalf monniken het tijdelijk met minder stilte doen.

Michiel Satink
9 January 2009 21:51Gewijzigd op 14 November 2020 07:03

Een lange, door bomen omzoomde laan slingert langs het poortgebouw en het gastenverblijf van Abdij Sion. Beide panden staan hoog in de steigers. Nederland telt nog vijf bewoonde mannenkloosters, waarvan Sion –lid van de Orde der Cisterciënzers van Strikte Observantie– het meest noordelijk gelegen is.Het kloostercomplex is in 1889 gebouwd, zegt de 53-jarige broeder Jelke, de ‘econoom’ onder de broeders. In de jaren 30 van de vorige eeuw werd het complex uitgebreid met een middenvleugel, gevolgd door de bouw van de zomerrefter in 1955. „Dat was meteen de laatste bouwactiviteit op dit terrein”, stelt broeder Jelke. Ook groot onderhoud is de afgelopen decennia niet gepleegd.

Een van de monniken heeft de broedergemeenschap wel veel geld bespaard. „Hij bracht graag zijn tijd door op het dak. Hij heeft alle leien omgedraaid.” Het moet een gigantische klus geweest zijn, letterlijk monnikenwerk, om de duizenden leien om te draaien. „Hij is er jaren mee bezig geweest”, glimlacht Jelke.

Een grote renovatie bleek echter hard nodig. „De leien liggen er al honderd jaar. Die worden langzamerhand poreus en laten water door. In de kerk is bij stortbuien al sprake van lekkage. Dan begint het heel langzaam te druppen en tikt het water op de vloer.”

Al zo’n tien jaar wordt gewerkt aan de plannen om het complex te renoveren. De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurwetenschappen en Monumenten (RACM) besloot afgelopen jaar 719.000 euro toe te kennen voor de eerste van vijf fasen in de renovatie. „We hebben inmiddels een aanvraag de deur uit gedaan voor subsidiëring van een tweede fase”, zegt broeder Jelke.

Restauratie van het gehele complex zal echter meer dan 4,5 miljoen euro gaan kosten. „Als we moesten bijleggen voor de hele restauratie ineens, dan konden we dat niet bekostigen. Dat is voor ons onmogelijk.”

Tientallen jaren geleden werd de abdij nog bewoond door vijftig monniken. De terugloop in het aantal bewoners was ook de oorzaak voor het afstoten van een vaste inkomstenbron, de boekbinderij. „We hadden niet voldoende mensen meer om deze draaiende te houden.”

Toch weten de twaalf broeders nog goed in hun eigen onderhoud te voorzien. Iedereen heeft zijn eigen specialisme, of ‘bediening’’, stelt Jelke. „We hebben een ziekenbroeder, een kleermaker, een kok en iemand die de moestuin bijhoudt.”

In het gastenverblijf werken twee bouwvakkers aan de vloer. In de loop der jaren zijn daar scheuren ontstaan die nu weer vakkundig gedicht worden. „We houden de broeders nog wel een paar weken gezelschap”, zegt een van de bouwvakkers opgewekt. Wat opvalt is dat een radio die over de werkvloer schalt, afwezig is. „Op ons verzoek. Wij hechten aan onze stilte”, zegt broeder Jelke.

Zorgen maakt hij zich vooral om verstoring van het strakke ritme van de monniken. Zeven keer per dag komen de broeders in de kerk bijeen: ’s ochtends om kwart over vier voor de eerste en ’s avonds om halfacht voor de laatste keer. „We leven zeer monotoon. Drie of vier van onze diensten vinden plaats onder werktijd van de bouwvakkers. Zodra er gewerkt gaat worden aan de kerk, vraag ik me af of we daar onze diensten kunnen blijven houden. Wellicht dat we dan tijdelijk onderdak vinden in de zomerrefter.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer