Bewaar het Pand / NIW / Het Zoeklicht
In het christelijke gereformeerde blad Bewaar het Pand schrijft ds. K. Hoefnagel over de tijd van de eerste liefde.
„Ik denk aan die jonge vrouw die een eenzame strijd voerde tegen een machtige vijand, die haar jonge leven sloopte. Nadat ze de boodschap had gehad dat ze ongeneeslijk ziek was, zocht ik haar op in een ziekenhuis in Hamilton. Maar wat was zij goed en blij gestemd! Ik wist niet wat me overkwam. Maar wat was ik blij voor haar.Haar blijdschap bestond daarin dat zij geloven mocht dat de Heere goed was, en nog wel goed voor haar! En dan heb je zo’n boodschap ontvangen als moeder van drie jonge kindertjes! Ze heeft zulke goede dagen gehad! Ze kon sterven! Het was een feest om bij haar te komen.
Een tweetal maanden daarna moest ik op verzoek van haar man langs komen. Ze was inmiddels thuisgekomen. O, wat had ze het benauwd, niet lichamelijk, maar geestelijk. En het ergste was dat ze niet wist wat haar scheelde. Ben je bang om te sterven, zo vroeg ik haar. Maar dat was het niet. Heb je meer pijn? Ook niet. Zit je met je lieve kinderen? Dat was de oorzaak ook niet.
Ik heb met haar gebeden en kwam enige uren later weer terug. Nooit heb ik zo veel droefheid gezien op zo’n jong gezicht. Ik denk er nog vaak aan. Wat scheelt er toch aan? Het was bed in, bed uit. Een stil gebed rees op vanuit mijn hart: Heere, help me toch. En toen liet de Heere het mij zien. Het was een droefheid naar God, die haar bezette. Ze was God kwijt. En ze voelde nog zo veel zonde in haar. Toen moest ze sterven en ze kon niet meer sterven.
Gerustgesteld kon ik naar huis; want als God het is Die de oorzaak is van je droefheid en gemis, zal Hij zeker komen en niet achterblijven! Zo is het ook gebeurd. En toen ik haar vlak voor haar heengaan van deze aarde weer bezocht, was het vrede. De vrede met God. Nu mag, daarboven, die eerste liefde er weer zijn. En blijven. Wij hebben Hem lief, zingen zij, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Om Christus’ wille, Die de liefde van Zijn Vader aan het kruishout missen moest, en in een onpeilbare droefheid en verlatenheid terechtkwam. O dierbare Christus toch!”
NIW
”Eenzame Israëlfan strijkt vlag onder dwang”, luidt het kopje boven een artikel in het Nieuw Israelietisch Weekblad (NIW). Paul Damen schrijft over de „ene man met de vlag”, vorige week tijdens een anti-Israëldemonstratie in Amsterdam.
Tellen konden ze ook al niet, die organisatoren van de anti-Israël-demonstratie van vorige week. Volhouden dat 13.000 demonstranten stonden, terwijl voorbijgangers niet verder kwamen dan een magere duizend, en een woud van Piovlaggen, Hamashalsbanden en enkelen die fanatiek met hun Korans zwaaiden. En uiteraard tientallen gesubsidieerde organisaties met fantastische afkortingen, zoals AI Awda, DIDF, EAJG, ICAW, HTIa, i! KMAN, MiIli GdruS, NCPN, NPK, PGN, RASED, PPMS, PRIME, SAP, SMVA, UMMAo en VIA. Daartussen in je eentje met een vlag in je handen, daar is wel enige moed voor nodig. Vooral als het een Israëlische vlag is.
Die ene man met die vlag was Ben Kok, die zich joods-christelijk pastor noemt. Wij hebben Ben wel eens aan de lijn, hij roept dan iets te hard ”sjaloom” door de telefoon, maar verder is er zolang hij zich maar braaf van bekering onthoudt, niets kwaads aan Kok.
Daar dachten die demonstranten dus anders over. Kok: „Ik wilde duidelijk maken dat oogkleppenhaat richting Israël desastreus eenzijdig is.” Nauwelijks had hij zijn vlag ontrold of een Noord-Afrikaans ogende jongen siste hem tientallen keren in zijn gezicht dat hij „niet zo moest liegen.” Terwijl de brave Ben nog geen woord gezegd had. „Maar nee, ik was medeverantwoordelijk met de Israëlische moordenaars, net zoals de Nederlandse regering.”
Na enig duw- en trekwerk verdween de Israëlische vlag in de mensenmassa, waar hij vertrapt werd onder het aanroepen van de moslimvariant op De Eeuwige. Kok wist te ontsnappen onder begeleiding van ex-Kamerlid Mohammed Rabbae.
Buiten de vuurlinie kreeg hij een microfoon onder zijn neus van een verslaggeefster van de lokale zender AT5, die hem, op een toon alsof ze het jongetje dat op het kinderfeestje in de ranja heeft gespuugd, terechtwees: „Meneer, waarom doet u dat nou?” Kok: „En dus legde ik uit dat recht op vrije meningsuiting ook positief spreken over Israël mogelijk maakt. En dat het geen wonder was dat Israël, najaren geduld, het weggeven van Gaza, 6000 raketten vandaar uit op Israël, vijftien doden en vele trauma’s, reageert op een stevige manier.”
Het Zoeklicht
Al meer christelijke wetenschappers, voorgangers en theologen nemen hun toevlucht tot een mix van schepping en evolutie, constateert Dirk van Genderen in Het Zoeklicht (gewijd aan het onderzoek der Schriften en het letten op de tekenen der tijden). „Laten wij alstublieft trouw blijven.”
„Ik zie grote geestelijke risico’s aan de opvatting dat God slechts de oorsprong van alles is, waarna het leven in de loop van miljoenen jaren in de weg van geleidelijke ontwikkeling is ontstaan. Allereerst omdat je dan niet meer letterlijk neemt wat de Schrift hierover zegt in de eerste hoofdstukken van Genesis en ook op diverse andere plaatsen. Die zes dagen worden dan lange perioden van vele duizenden of miljoenen jaren.
Ook loop je vast in wat we in Genesis 3 lezen over de zondeval. Pas na de zondeval is de dood in de wereld gekomen. Ik geloof dit omdat de Bijbel het zegt en omdat ik geloof dat ook de eerste hoofdstukken, evenals de rest van de Bijbel, absoluut historisch betrouwbaar zijn.
Wanneer je uitgaat van een ontwikkeling van miljoenen jaren, dan heeft de dood al veel eerder z’n intrede in de wereld gedaan. Voor mij is dit echt een onoverkomelijk probleem. Dat botst finaal met wat de Bijbel hierover zegt en is onmogelijk met elkaar in overeenstemming te brengen.
En wat doe je vervolgens met de kernboodschap van de Bijbel, dat de Here Jezus naar deze aarde is gekomen met een radicale oplossing voor het zondeprobleem? Waarom zou Hij dan nog Zijn leven hebben gegeven aan het kruis? Hij deed dat toch als verzoening voor onze zonden, zoals de Bijbel nadrukkelijk stelt. Wanneer je de zondeval niet meer letterlijk neemt, loop je ook hier hopeloos vast.
Het is triest dat christelijke leiders en voorgangers gewone gelovigen in verwarring brengen door het uitdragen van zulke standpunten. Dat hoor ik tenminste regelmatig. Iemand zei: „Ik heb altijd geloofd dat het zo gegaan is als in Genesis wordt beschreven, maar nu hoorde ik… (naam bewust weggelaten, red.) onlangs zeggen dat het echt niet zo is gegaan.”
Wie stelt dat je de eerste hoofdstukken van Genesis niet letterlijk moet nemen, komt vroeg of laat in de verleiding ook andere delen in de Bijbel niet letterlijk meer te nemen. Je begeeft je op levensgevaarlijk terrein door het innemen van zo’n standpunt. Laten wij alstublieft trouw blijven aan het getuigenis van de Bijbel en vasthouden aan de absolute historische betrouwbaarheid van het hele Woord van God.”