Brief over Halloween had meer effect dan gedacht
Kan een muis een olifant baren? Ja, en eerder dan wij gewoonlijk denken. De waarschuwing voor het Halloweenfeest die vijftien Urker predikanten vorig jaar in het plaatselijke nieuwsblad lieten uitgaan, heeft de aandacht van de landelijke media zozeer getrokken, dat er geen Nederlander meer was die er niet van wist.
Sterker nog: hij trok internationaal de aandacht en is via de Amerikaanse nieuwszender CNN zelfs mondiaal onder de aandacht gebracht.Het was een particulier in Urk een doorn in het oog dat het Halloweenfeest ook op het christelijke vissersdorp steeds meer aanhang verwierf. Hij constateerde bij jong en oud een gruwelijke onkunde en een grenzeloze gemakzucht, zo geen onverschilligheid. Om daartegen iets te doen ontwierp hij een waarschuwende brief, die hij vervolgens aan alle predikanten en voorgangers op het dorp voorlegde met het verzoek die te ondertekenen. Allen deden zij dit, met uitzondering van de predikanten van de gereformeerde kerken binnen de PKN. De brief werd in Het Urkerland geplaatst.
Zoals te verwachten was waren de reacties op het dorp divers. Maar wat niet te verwachten was, gebeurde ook. De landelijke en zelfs de internationale pers legde belangstelling aan de dag voor de zaak. Het meest onverwachte was wel dat die pers niet, zoals bijna altijd als het om iets uit de gereformeerde gezindte gaat, die open brief belachelijk maakte, maar er serieus op inging.
Laks en bang
De eerste les. Zo’n incident herbergt in het licht van de uitwerking een aantal lessen. De eerste is dat wij ons bij principiële zaken nooit moeten laten leiden door de gedachte: „Het haalt toch niets uit”, of: „Je kunt maar beter zwijgen, want je wordt toch belachelijk gemaakt en daarmee maak je de zaak alleen maar erger.” Wie op grond van de Bijbel uitlegt waarom hij ergens voor of tegen is, blijkt wel eens meer gehoor te krijgen dan hij verwacht had.
De gereformeerde gezindte is veel te laks en te bang. Dit laatste blijkt soms nergens voor nodig te zijn. En al worden wij bespottelijk gemaakt, wat dan nog?
Het volgende staat nog vers in mijn geheugen gegrift. Tijdens de laatste polio-epidemie vroeg men mij om een paginagroot interview in een algemene krant waarin ik de bezwaren tegen inenting mocht toelichten. Na lang wikken en wegen besloot ik het te doen. Ik voelde dat het niet tot eer van God zou zijn als ik om welke reden dan ook zou weigeren.
De interviewer was een journalist die de kaart van kerkelijk Nederland behoorlijk goed kende, maar die van het Bijbelse bezwaar tegen inenten aanvankelijk geen snars begreep. Na een hele morgen praten zei hij tegen mij: „Ik heb alle begrip voor jullie standpunt gekregen en ik denk dat anderen dat ook zouden krijgen, als jullie maar met je argumenten naar buiten komen. Ik begrijp niet dat jullie met zulke argumenten blijven zitten waar je zit zonder je te verroeren.” Persoonlijk heb ik mij die woorden erg aangetrokken. Ik denk dat onze gezindte dat in veel opzichten ook meer moet doen.
Samen
De tweede les. De initiator van de open brief zei tegen mij: „Ik zie wel hoeveel predikanten het schrijven willen ondertekenen.” Dat viel alles mee: van oud gereformeerd tot pinkstergemeente. Op concrete punten is soms veel meer samenwerking tussen kerkelijke gemeenten met een zeer uiteenlopende theologische ligging te realiseren dan men zou verwachten. Laten wij die gelegenheden niet ongebruikt voorbij laten gaan, maar ze benutten.
Het is zo gemakkelijk om er bij voorbaat van uit te gaan dat je zelf alleen het goede kent en wilt en om de ander a priori af te schrijven. Die gemakzucht is onchristelijk en zondig. Als wij werkelijk bewogen zijn met het lot van onze medemensen en van onze maatschappij, dan zoeken wij samenwerking waar die Bijbels mogelijk is. Bij het Halloweenvoorbeeld waren alle christelijke voorgangers aangeschreven. Wie weigerde, zette zichzelf buitenspel.
Witte lakens
De derde les. Zoals opgemerkt zetten de Urker gereformeerde predikanten binnen de PKN hun handtekening niet onder de brief. Een van hen naar zijn mening gevraagd, gaf te kennen dat hij het met de inhoud wel eens was, maar dat hij zich afvroeg of zo’n open brief wel het juiste effect zou sorteren. Bovendien waren er dan ook wel andere zaken waarvoor gewaarschuwd zou moeten worden: bijvoorbeeld witte lakens voor de ramen bij een sterfgeval, die ooit bedoeld waren om geesten buiten te houden, en het drankprobleem. Voor wat de lakens en de drank betreft geef ik hem gelijk. Hiermee heeft hij ongetwijfeld een punt. Ik ben alleen benieuwd of hij zijn handtekening onder een waarschuwing tegen het barretjesbezoek zou zetten. Overigens bedrijven de reformatorische gemeenten zaterdagsavonds evangelisatie bij de barretjes.
Vrijwel alle lezers van het RD zullen het wel met die open brief tegen het Halloweenfeest eens zijn. Maar beseffen zij dat het argument van heidense oorsprong ook opgaat voor de kerstman, de kerstboom, het vuurwerk met de jaarwisseling en de paashaas en dat wie aan sinterklaas doet, zo rooms is als de paus?
De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente te Urk en bijzonder hoogleraar aan de VU te Amsterdam vanwege de Hersteld Hervormde Kerk. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.